815
lukken, werd de overgang in vreemden dienst bij plakkaat verboden
(Res. S. G. 6, 7 Februari 1646, G. P. B. I[ 306 dd. 30 Maart). Niette
min veroorloofde de Republiek in de jaren 1645 en 1646 den doortocht
naar hare havens voor Venetië, hetwelk met Turkije in oorlog was ge
raakt, aan geworven troepen onder prins Filips van Bohemen jongsten
zoon van wijlen koning-paltsgraaf Frederik V, graaf Ernst Casimir van
Solms en anderen,, terwijl bovendien Venetiaansche werf agenten van
kolonel Charles van Dijck in Amsterdam hun werk kwamen verrichten
(Seer. Res. S. G. 7, 11 October, Res. R. v. St. 5 October, Res. R. v. St.
5 October, Res. S. G. 18 November 1645, 8, 9, 11, 15, 20, 29 Januari,
29 Maart, 9, 30 April, 30 Mei, 15 Juni, 2, 6, 10 November, Seer. Res.
S. G. 9 Maart, Res. H. 13 Juni 1646). Vrees om „den Turck" te mis
hagen, tot schade harer .handelsbelangendeed de Republiek in 1647
besluiten om eiken doortocht over haar grondgebied te weigeren (Res.
S. G. 11, 19, 22, 26 Februari, 29 Maart, Res. H. 7 en 12 Februari 1647).
AANTEEKENING N°. 6S (bladz. 151).
Verdeeling der waardgelders.
Gelderland
Holland
Zeeland
Utrecht
Friesland
Overijssel
Groningen
3 compagnieën
van
112
336
hoofden
j 19
5
150 i
130
3500
138
552
116
118 1
350
5 compagnieën
van
140
700
2
106
212
2
1 1 compagnie
116 j
118 1
350
44 compagnieën =6000 hoofden.
AANTEEKENING N°. 69 (bladz. 152).
De hertog van Lotharingen en zijne troepen brachten den winter van
1645/'46 door nabij Maastricht. Hij had de landen van Overmaze en
het hertogdom Limburg in pand verkregen tegen verplichting om een leger
van 1SOOO man ter beschikking van Spanje en van den keizer te stellen.
Dientengevolge beschouwde de Republiek hem als vijand (Res; 3. G.
2124 December 1645, 29, 30 Januari en 9 Juni 1646). Na afloop van
den veldtocht weigerden de Staten-Generaal met hem in onderhandeling
over neutraliteit te treden (Res. S. G. 17 en 18 December 1646).
77
n
77
'77
77
1 2
I 1 compagnie
77
77
77
77
77
77
77
77
77
77