826 Utrecht. Commandeurs of gouverneurs over de garni zoenen binnen de provincie. Res. Utrecht 16 Maart 1619. Graaf Ernst Casimir van Nassau. it. 22 Januari 1621. Daniel de Hertaing, heer van Marquette. it. 29 November 1626 (1). Johan Wolfert van Brederode. 1630 (2). Graaf Johan Albreoht van Solms. it. 20 Juli 1642. Jacques Wijts superintendent van den krijgs raad (3). 1643—1646. Vacant. it. 17 December 1646 (4). Frederik van Nassau-Zuylenstein. Overijssel. Superintendenten of luitenant-stadhouders over de garnizoenen in de provincie. 1610—1629. Nicolaas Schmelsingh. Res. Overijssel 3 Septem- Graaf Herman Otto van Limburg Stirum. ber 1630. it. 17 Maart 1641. Anti-ioni van Haersolte. Groningen. In de instructie voor den stadhouder, vastge steld bij resolutie der Provinciale Staten van 1 October 1640, komt de bepaling voor, dat de stadhouder geen generaal zal substitueeren of luitenant mag stellentenzij in geval van nood en met consent dier Staten. De stadhouders onthielden zich zelfs van de benoeming tot luitenant van de Hoofdmannenkamer ofHooge Justitiekamerdie ingevolge sententie der Staten-Generaal van 24 Juli 1640 met zijne opvolgers steeds door de staten der provincie werd gekozen (5). Drosten van Drente, kasteleins van Coevorden. Sinds 1599. Jhr. Caspar van Ewssum, heer van Nijenoort. Comm. S. Cr. 4 Februari 1634. Jhr. Roelof van Echten heer tot Echten, benoemd „mits het affsterven" van jhr. Caspar van Ewssum. Dit overlijden bleek (1) Op acte van 30 Maart 1626. Het traktement bedroeg 200 ter maand (Ros. R. v. St. 23 Maart 1630). (2) Datum niet gevonden. (3) Wyts overleed 25 April 1613. De Staten van Utrecht schonken dd. 17 Mei 1500 aan de erfgenamen (Res. S. G. 17 Juli 1643). (4) Op acte ^an 20 Maart 1646, nadat Zuylenstein reeds op 29 Maart 1644 was voorge dragen. (5) Naar Inlichtingen van den Rijksarchivaris in Groningen met aanteekoningenbetref fende de elkander opvolgonde luitenants.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 346