341 van Buren. Na het huwelijk van diens dochter Anna met prins Willem I van Oranje kocht de keizer het graafschap Lingen van haar terug. De Staten-Generaal schonken Lingen in 1578 aan prins Willem I, in 1597 aan prins Maurits (1). Van 16051632 was Lingen in bezit der Spanjaarden. Prins Frederiic Hendrik maakte zich in 1632 weder moester van Lingen en verkreeg in het volgende jaar tevens de heerlijkheid Bever- geren, door Dodo van Inn- en Knyphausen op de keizerlijken ver overd (2). De Prins benoemde Rutger van Haersolte tot Haerst en Overveen, heer van Staveren, tot drost van Lingen, op 14 Juli 1634 tevens tot drost van Bevergeren (3). Bezetting van het graafschap Lingen. 't Is ons niet mogen gelukken om bijzonderheden omtrent de bezetting tijdens de prinsen Maurits en Feederik Hendrik te vinden. Prins Willem II liet dd. 26 Juli 1647 de compagnie terugbrengen op een sterkte van 150 hoofden, die verblijf hielden op het Huis Bevergeren en uit de inkomsten van het graafschap betaald werden (1). Betalingslijst per maand 1 drost50 1 luitenant40 1 vendrig40 2 sergeanten40 1 capitaine d'armes (2)18 korporaal van de adelborsten (3)12 3 korporaals36 2 tamboers20 10 adelborsten100 121 soldaten968 1 chirurgijn12 1 schrijver12 1 provoost8 4 sergeanten van justitie36 1 scherprechter8 150 hoofdente samen 1400. (1) Groninger Historische Avonden, 2de bundel. (2) Res. S. G. 16 Januari 1652. (3) Nassausclio Domeinen N°. 560. (1) Nassausche Domeinen N°. 561. (2) Onderofficier, belast met het toezicht op de wapenen. (3) Deze betrekking, niet in de sterkte opgenomen, werd waarschijnlijk door een dei- korporaals of adelborsten waargenomen, die daarvoor het uitgetrokken bedrag genoot.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 361