346
ontvingen in plaats van de verschuldigde 4000 een „brief van voor-
schrijvens" aan de Heeren Staten van Stad en Lande (lj.
De jammerlijke toestanden waren geenszins aan de Staten-Generaal of
aan den Raad van State te wijten, die slechts maatregelen op papier
konden beramen, waarvan geen der bondgenooten zich het minste aan
trok, als een „voet ende ordre opt betalen van de naeloopende werk
basen" of een „voorslagh tot betalinge vande oude fortificatie-wercken" (2).
Ter voorkoming van diefstal van 's lands eigendommen bepaalde de Raad
van State, dat de aan de werkbazen uit te reiken schoppen, spaden,
bijlen en andere gereedschappen moesten worden gemerkt met de
letter Wde voor de gecommandeerde soldaten bestemde voorwerpen
vertoonden uitsluitend, die voor de werkbazen bovendien als teeken
van bedreiging het „teecken vande galghe" (3).
In 1634 eischten „affgespoelde ende affgevallen fortificatie-wercken aen
„twaelff notable frontierplaetsen" dringend herstel, hetgeen bij betaling
binnen drie maanden 300.000 zou kosten. Hoewel het crediet van
den Staat zoo zeer was „gelatifacteert ende vervallen" dat op beloften
van betaling geen aannemer was te vinden, schijnt de aanbesteding
toch te zijn gelukt; Cornelis de Bruine diende althans een vordering
in van ruim 300.000. Toen dit bedrag hem niet werd uitgekeerd
moesten Hunne Hoog Mogenden zich van hem en andere schuldeischers
de felste klachten laten welgevallen (4). In 1636 verleenden de veld
maarschalk graaf Willem van Nassau en de gedeputeerden te velde
crediet voor een aanbesteding van 12.000 aan arbeid in de Schen
kenschans „sijnde de aennemers onwillich op dien vant Landt eenige
„wercken aen te nemen". Den soldaat en aannemer Jacob Aenwegh,
die aldaar 3512 verdiend had, werd na lang aandringen 100 be
loofd uit de zeer onzekere Akensche contributie (5). De Staten-Generaal
weigerden den soldaat Joris Hesse zijn vordering van 4000 voor
arbeid tijdens het beleg van Maastrichtdoch schonken hem een grati
ficatie van 500 (6).
Met dit al kon 't niet uitblijven, dat de werken hoe langer hoe meer
vervielen (7). Wonderlijk genoeg kwamen zich nog uitvinders aanmel
den, o. a. de oud-kapitein Christoffel Jansz. met het ontwerp van
een op het water drijvend fortgeschikt om het uitloopen van 's vijands
schepen uit de Schelde te beletten (8). Toch stond de Nederlandsche
vestingbouw in geen kwaden reuk. In 1645 verscheen te Amsterdam
(1) Res. R. v. St. 20 December 1632.
(2) Res. S. G. 26 November 163320 December 1636.
(3) Res. S. G. 7 Juni 1630.
(4) Res. S. G. 10, 13 Februari, Res. H. 15, 16 November 1634.
(5) Res. S. G. 22 Mei, 17, 21 Juli 1636.
(6) Res. S. G. 19, 23, 31 Januari 1637.
(7T Res. S. G. 2 September 1639, Res. H. 1 Juli 1648.
(8) Res. S. G. 16 November 1634.