3o3 Bijlage VIII. REPARTITIE EN STERKTE VOLGENS DE STATEN VAN OORLOG. DE QUOTES. DE SERVIESGELDEN. Toen de Republiek na afloop van het Twaalfjarig Bestand verplicht was voortdurend haar leger te versterkenontstond verschil van inzicht tusschen de bondgenooten aangaande het geheel of gedeeltelijk repar- tieeren of aanhouden der nieuwe troepen, zoodat de staat van oorlog van 1621 tot het einde van den 80-jarigen oorlog van kracht bleef: pogingen van den Raad van State tot invoering van een nieuwen of ge- wijzigden staat strekten slechts tot verhooging der tweedracht. De staat van 1621 heette voortaan1ste staat van oorlog. Was men genoodzaakt om sommige korpsen en onderdeelen te repartieerendan kon zulks slechts op vervolg-staten geschieden (1). De bondgenooten be willigden aanvankelijk in de 2de en de 3de staten van oorlogbij de latere lagen zij veel minder eensgezindheid aan den dag, vooral ten opzichte van sommige ongerepartieerde troependeelenin welker betaling bij ophouden van andere bronnen door repartitie moest worden voorzien, 't Kon niet anders dan dat de hoeveelheid en omslachtigheid van al deze staten, waarop in den regel de geldelijke uitwerking lang liet wachten, tot verwarring aanleiding moesten geven. Slechts éénmaal, in 1643beproefde de Raad van State daaraan een einde te maken door een nieuwen staat, in de ijdele verwachting, dat de bondgenooten, de ware belangen van het gemeenebest inziende, dien zouden aannemen. In het Derde Deel vermeldden wij in de Aanteekeningen van Bij lage VIII de namen van kapiteins, wier compagnieën volgens den staat van oorlog minstens 200 hoofden moesten tellen. Het verloop dezer op den staat van 1621 voorkomende compagnieën was als volgt (2) Op Gelderland. 1. Diedekik van Dorth 21 April 1626 Jan van Clooster, ter sterkte van 150. 4 December 1625 de compagnie-colonnelle van Filips van Varick van 150 op 200 gebracht; komt 23 Mei 1639 aan Wolter van Brienen. Op Holland. 1. Garde, 1633 verhoogd met de compagnie van George Gleser. 2. Prins Frederik Hendrik 23 Juni 1625 Johan Christiaan baron van Gera 26 Januari 1633 Filips de Gruyter, heer van Dirksland. 23 (1) Vergelijk de bladzijden 184 on 218. (2) Naar de bijschrijvingen op den s. v. o. van 1G21 (N°. 1248 van het archief van den Raad van State).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 373