Op Friesland. 1. Graaf Willem Lodewijk (garde). 2. Hertog Christiaan van Brunswijk-Luneburg 1626 Andriës Keller. 3. Bartholomeus Andrio Walsdorpper 1622 Jan Coenraad van Salm, Wild- en Rijngraaf. 4. Holger Rosencrants 19 November 1627 graaf Frits van Nas sau 12 October 1632 Hartman Gotpried van Stein Cal- lenfels. Op Overijssel. 1. Alexander van Wevort 1625 Lodewijk van Nassau-La Leck, heer van Beverweerd. Op Groningen. 1. Graaf Ernst Casimir van Nassau 1632 graaf Hendrik Casimir van Nassau 1640 garde. 2. Prins Octavian Alexander van Pronskï Res. R. v. St. 27, 30 April 1626 Aepke Tjarda van Starkenborch. De repartition na die van 1621 (eerste staat van oorlog), waren a. 2de staat van oorlog van 1626 (1), bevattende: 2 compagnieën Fransche kurassiers van 100 paarden en 81 bidets (vanen Nrs. 39 en 40) 38 compagnieën Fransche infanterie, te weten 3 van .200, 4 van 150, 81 van 120 hoofden; 1 compagnie kurassiers van 100 paarden en 81 bidets (vaan N°. 41) 2 compagnieën karabiniers van 100 paarden (vanen Nrs. 42 en 43); 50 karabiniers van hertog Christiaan van Brunswijk-Luneburg (bij vaan N°. 28); regiment Duitschers van graaf Willem van Nassau, bestaande uit 1 compagnie van 200, 11 compagnieën van 150 hoofden; compagnie Schotten van David Pitcairn; 4 compagnieën van 135 vuurroers, benevens 60 vuurroers van graaf Johan van Hornes; de traktementen der hoofdofficieren van de regimenten Franschen en Duitschers, benevens van het kolonelschap van Willem Pijnssen van der Aa. Te samen ten bedrage van 91.422519 ter loopende maand 1.097.06794^2 voor het geheele jaar. (1) Res. S. G. 7 Mei 1626; Archief R. v. St. N°. 1246.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 375