17
„ofte acht coppen uit yder Engelsche compagnie in derzelver dienste
„zijnde", onder belofte voor elk gediend soldaat twee recruten over te
zenden, werd afgeslagen (1).
Glückstadt, de plaats van bestemming voor het regiment Morgan,
telde 3880 door de Republiek te betalen manschappen; deze zorgde
bovendien gedurende het beleg door de keizerlijken voor wapenen en
ander materieel. Koning Christiaan belastte enkele officieren met de
werving in en nabij de Republiek, welke daarvan niet wilde weten en
alleen het zenden van wapenen naar het gelijktijdig belegerde Crimpen
toestond (2). In het begin van October vingen te Hamburg de vredes
onderhandelingen tusschen de keizerlijke en de koninklijke afgevaardigden
aan. Den lOden brak het belegeringskorps van Glückstadt op en rukte
naar Crimpen. Het garnizoen te Glückstadt had sinds lang geld noch
voldoende levensmiddelen ontvangen en sloeg aan het muiten (3).
Op 12 Mei 1629 kwam de vrede tot stand. Koning Christiaan dankte
het meerendeel zijner troepen af, waarvan enkele korpsen tijdelijk in
Staatsoliën dienst traden.
B. VEROVERING VAN GROL.
Prins Frederik Hendrik besloot in 1627 den oorlog aanvallenderwijze
te voeren, hetgeen men sedert het einde van het Bestand steeds had
moeten uitstellenen weldoor het beleg te slaan voor Grol (Groenlo).
Gedeputeerden van de Staten-Generaal en den Raad van State begaven
zich op 30 Juni naar Arnhem; de prins volgde een week later. De
schepen, waarmede de infanterie vervoerd werd, konden door tegenwind
niet verder komen dan St. Andries, zoodat de troep Emmerik slechts
bij gedeelten en tien dagen te laat bereikte. De kolonel Willem
Pynssen van der Aa bezette met 37 compagnieën de buitenwerken
van Grave, waar 7 compagnieën in garnizoen lagen; 9 compagnieën
onder kolonel Filips van Varick bleven in den Bommelerwaardvrij-
leger werd afgekondigd voor Schenkenschans (4).
De prins scheen zich meester te willen maken van Venlo, maar trok
op 18 Juli van Emmerik oostwaarts naar Millingen en liet onverwacht
door graaf Herman Otto van Limburg Stirum de wegen naar Grol door
(1) Res. S. G. 13 en 14 November 1628.
(2) Res. S. G. 19 Augustus, 1, 2, 22 en 28 September, 45 en 16 October 1628. Marquet
Rantsou was Doonsch gouverneur van Glückstadt.
(3 Res. S. G. 12 en 23 October, 14 December 1628, 20, 26, 27, 29 en 31 Januari, 8, 9 en
13 Februari, 28 April, 22 en 23 Mei 1629.
14) Res. S. G. en Res. R. v. St. 14 Juli 1627. De gegevens betreffende het beleg van Grol
zijn hoofdzakelijk geput uit do brieven van den Prins en de gedeputeerden aan de S. G.
in Lias loopende 1627.
2