is de cavalerie bezetten. De circuinvallatie-linie kreeg een lengte van drie uren gaans. De luitenant-admiraal Willem van Nassau La Leck bad gedurende het eerste halfjaar voor de Vlaamsche kusten gekruist en kreeg nu ten N. van Grol aan den Berkel het bevel over 18 compagnieën. De kolonel 5/arick marcheerde op 31 Juli van Bommel naar Zutphen en voegde zich acht dagen later bij het belegerings-korps; de steden aan den IJssel werden uit Grave met de compagnieën van kolonel Pynssen versterkt. Deze verplaatsingen strekten om graaf Hendrik van den Berg in het oog te houden, die op 4 Augustus bij Wesel over de Lippe waas getrok ken en over Borken marcheerde naar Rekkentusschen Vreden en Eibergen op een uur afstand van het Staatsolie leger. Hij beschikte over 150 compagnieën te voet (10000 man) en 50 te paard, nog versterkt uit Lingen; zijne handelingen werden vertraagd door gebrek aan geld tot betaling der soldaten, zoodat hij eerst in den nacht van 15/16 Augustus vruchteloos een poging waagde tot ontzet van Grol door een aanval op de kwartieren van graaf Ernst Casimir van Nassau, welke door de regimenten van Friesland en Groningen, de Duitschers en de Schotten waren bezet (1). Nadat op twee plaatsen mijnen waren aangelegd en de biesbrug gereed lag voor de bestorming, volgde de capitulatie. Den 20sten Augustus had de overgave plaats; de bevelhebber Mathijs Dulcken verliet de veste met 8 compagnieën infanterie (950 man), 1 compagnie cavalerie, 2 stukken en 200 bagage-wagens (2). Bij het beleg waren aan Staatsche zijde gesneuveld de sergeant-majoor der Schotten William Drummond (1 Augustus) en de luitenant-admiraal Willem van Nassau La Leck op 16 Augustus, een kwartier vóór het begin der onderhandelingen tot de overgave (3). Het bericht dienaangaande bereikte 's Gravenhage des Zondags. Hunne Hoog Mogenden waren zoo verheugd, dat zij den magistraat verzochten om na afloop van den kerkdienst pektonnen voor de deur der heeren te laten ontsteken (4). Te gelijkertijd vroegen de Raad van State en de ge deputeerden te velde dringend om de noodige fondsen, klagende over „de groote benautheit daerin de staet vant landt gestelt is" door de waardgeldersde ongerepartieerdende legerlasten, wagenstrekpaarden, (1) Res. R. v. St. 7, 8, 10, 13 en 18 Augustus 1627. (2) Res. S. G. 21 Augustus, Archief S. G. N°. 8339, G. P. B. II 611 dd. 19 Augustus 1627. Matiiys Dulcken werd burgemeester van Roermond; Jan van Weert, zyn onderbevelhebber te Groenlo, maakte zich later naam als keizerlijk generaal. (3) Res. R. v. St. 21 Augustus. De compagnie van La Leck ging over op Joiian Huygens (Res. R. v. St. 16 October 1627). Ruim anderhalf jaar later volgde Pieter Pieterbz. Heyn hem op als luitenant-admiraal van Holland en Westfriesland (Comm. S. G. 26 Maart 1629), in welke betrekking hij reeds den 20sten Juni in een gevecht met de Duinkerkers op de Vlaamsche kusten het leven liet. (4) Res. S. G. 23 Augustus 1627. Hunne Hoog Mogenden vereerden de stad Grol met een nieuw kerkraam van geschilderd glas (Res. S. G. 25 September 1628).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 38