29 waardgelders van drie maanden, tegen 67.200 per maand, aan te nemen; een maand later hadden de provinciën hierop nog niet geant woord. Utrecht verkoos in plaats van 400 man, slechts 300 te lichten, omdat „400 coppen belopen per maent 4480", terwijl de quote der provincie slechts 391S bedroeg; blijkbaar wantrouwde het gewest de belofte tot verrekening (1). Men kon bezwaarlijk de verdediging van de Waal, de IJssel, de bewaking der moerassen en andere „periculeusefron tieren" aan de waardgelders toevertrouwen „omdattet slecht volck is, „dewelcke met egeen volck uijt t' leger en connen gesterckt worden „sonder de belegeringe in peryckel te stellen" (2) Utrecht deed het eigen aardige voorstel, dat „buyten costen vande generaliteyt ende laste vande „vermogende personen werden gelicht een goet aantal van volck tot „defentie vanden Lande". Hunne Hoog Mogenden bedankten voor het betoon van ijver, maar oordeelden, dat de voorslag „beswaerlick soude „sijn te practiseren" (3). Men moest dus naar andere middelen uitzien. Enkele nieuw aangeworven korpsen verschenen pas in het landtoen de vijand reeds in de Yeluwe stond, andere nadat alle gevaar geweken was. Ten einde den draad der oorlogshandelingen niet af te brekenvolge hier een opgave der nieuw aangenomen korpsen. Behalve het reeds genoemde regiment Schotten van Morton onder den kolonel George Hay (4), be stonden zij hoofdzakelijk uit door Denemarken afgedankte of door Zweden aangeworven troepen. 1. Te voren in Deenschen dienst staande korpsen a. Engelschen. Koning Karel beloofde 2000 mant. w. 12 compagnieën van het regiment Morgan, 4 andere en 4 van het eiland Guernseyvoor drie of vier maanden op zijn kosten te onderhouden (5). Eerstvermelde compagnieën kwamen in Juli op de reede van Enkhuizen, zonder of met onbruikbare wapenen; na behoorlijk te zijn uitgerust, werden zij naar Arnhem gezonden (6). De andere compagnieën kwamen in September, zeer slecht gewapend (7). b. Schotten en Franschen. De Baad van State had machtiging ontvangen om alle uit Denemarken in het Vlie aankomende soldaten in dienst te nemen. Onverwacht kwamen (1) Res. S. G. 16 Mei, 18 en 25 Juni 1629. Zie Aanteekening N°. 9. (2) Res. S. G. 6 en 15 Juli 1629. (3) S. G. Lias loopende 1629 dd. 19 Juni. (4) Dit regiment was bestemd voor het belegeringskorps (Res. S. G. 17 en 25 Mei, Res. R. v. St. 17182225 en 26 Mei 1629). (5) Res. S. G. 16 Juli, Res. R. v. St. en Res. H. 17 Juli. Reeds in Mei hadden zich com pagnieën van Guernsey aangeboden, doch men kon er geen geld voor vinden (Res. S. G. 21 Mei). By het regiment Morgan dienden Thomas Conway als luitenant-kolonelHenry Wentworth als sergeant-majoor (S. G. Lias loopende 1629 dd. 1 September). (6) Res. S. G., R. v. St. en H. 24 en 25 Juli 1629. (7) Res. S. G. 10, Res. R. v. St. 11 en 12 September 1629.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 49