4 compagnieën Schotten van 300 man en 2 compagnieën Franschen van 250 man, uitgelezen volk en goed gewapend, doch met musketten van verschillend kaliber. Zij werden voor drie of vier maanden aangenomen en als „vrye" vaendolen" naar Utrecht gezonden (1). c. Duitschers en Denen. Het regiment van Thomas Ferentz. Volgens op 17 Juli te Hamburg ge opende onderhandelingen vertrokken op 27 Juli van daar 10 compagnieën (3600 man); zij kwamen pas in 'tlaatst van Augustus aan en werden naar Utrecht gezonden; hunne musketten schoten kogels van 18 in 't ponddus niet van 's lands kaliber (2). Het regiment van Hendrik Holck gewezen bevelhebber van 's konings lijfgarde, volgens capitulatie van 26 Augustus 10 compagnieën (2000 man) welke, den 24sten September uit Ilusum en Nordstrand (Sleeswijk) te Enkhuizen zijnde aangekomenin 12 compagnieën ingedeeld naar Utrecht vertrokken (3). Het regiment van Holger Rosenkrants, 1500 man; gezonden door koning Christiaan aangekomen in September en bestemd voor Utrecht (4). 2. Aanvankelijk voor Zweedschen dienst aangeworven troepen De hofmaarschalk Diederik van Falckenbergh wierf in noord-westelijk Duitschland troepen voor koning Gustaaf Adolf; de wervers kwamen ook op het grondgebied der Republiek en haalden tal van soldaten over om hen naar Emden te volgenwaar de inscheping moest plaats hebben (5). Toen echter in de Republiek de nood aan den man kwam, trokken op last van Prins Frederik Hendrik 600 voor Zweden geworven soldaten in 3 compagnieën van Emden naar den I-Jssel500 man naar het leger in Brabant, 300 man naar Friesland en Groningen (6). Tevens opende men onderhandelingen met den maarschalk om zijne wervingen ten dienste van de Republiek te benuttigenmits algemeen pardon voor de officieren en soldaten, die daarbij tegen 's lands bepalingen dienden. Een contract kwam tot stand, waarbij 3600 man voor drie heeremaanden overgingen in dienst der Republiek, tegen betaling van 50.000 wegens on kosten, levensmiddelen en schepen, met belofte dat de Staten-Generaal den maarschalk bij den koning zouden verontschuldigen hetgeen zij 30 (1) Res. S. G. 2527 en 30 Juli, 3 Augustus; Res. H. 25 en 27 Juli 1629. (2) Res. S. G. 17 Juli, 13, 22, 23 en 30 Augustus, 1, 2 en 4 September; Res. R. v. St. 14, Res. H. 23 Augustus. Ferentz vroeg nieuwe vaandels, wijl de koning van Donemarken de zyne niet wilde laten „vliegen in ander heoren dienst." Te Utrecht begon liet regiment te muiten wegens niet ontvangen van geldeen paar „roervinken" werden gevangen ge nomen en het regiment gezonden naar het leger onder den prins (Res. S. G. 3 September, Res. R. v. St. 1—5 September 1629). (3) Ros. S. G. 23 Augustus, 27 September; Res. R. v. St. 26 Augustus, 27September 1629 Archief It. v. St. N°. 1903. (4) Res. R. v. St. 28 Augustus en 29 September, Res. S. G. 18 en 23 September 1629. (5) Res. S. G. 2, 3 en 7 April, 2, 4, 5, 8, 11-15, 19 Mei, 6, 7, 15, 25 en 27 Juni; Res. R. v. St. 20 Juni 1629. Zie Aanteekening N°. 10. (6) Res. S. G. 12 JuliRes. R. v. St. 27 Juni, 17 Juli 1629.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 50