38
krijgsbehoeften, waarvan hij geheel afhankelijk was. Otto van Gent,
heer van Dieden, maakte zich den 19den Augustus met 2500 vuur
roers en 800 paarden meester van deze belangrijke plaats. De gouver
neur, Francisco Losano, met de krijgsgevangen gemaakte officieren
uitgeleverd, werd wegens verlies der stad op het kasteel van Ant
werpen onthoofd. De Staten-Generaal lieten „als teyckenen van blij-
„schap" overal het kanon lossen, in weerwil der „schaerscheyt vant
„bospolver". Otto van Gent ontving, tegen zijn verwachting, geen
benoeming tot gouverneur maar als commandeur van Wesel. Bovendien
werd hem inzonderheid door prins Frederik Hendrik, de Staten-Generaal
en de Staten van Utrecht alle eer bewezen voor het belangrijke wapen-
eit; het volgende jaar ontving hij een gouden medaille met diamanten
aan een gouden keten, ter waarde van 1700, benevens een pensioen
van 3000 'sjaars zoolang zijn commando zou duren (1). Eveneens
beloonden de Staten-Generaal Wolf Mislich, bevelhebber van Brede-
voort, met een medaille ter waarde van 100 rijksdaalders, Jan
Rolaer, Dirk en Pieter Muller, ingezetenen van Wesel, met welke
Dieden reeds lang verstandhouding onderhieldmet een gouden medaille
van 100 en een toelage van 600 'sjaars ten laste van het college
der admiraliteit, onder welks directie het kantoor van convooien en
licenten te Wesel gesteld werd (2). Gedurende den eersten tijd was de
toestand te Wesel zeer zorgwekkend. De vijandelijke ruiterij naderde de
vesting tot onder de wallen; de vuurroers, uit verschillende compagnieën
genomen en daarom „gecommandeert volck" genoemd, hadden hunne
wapenen moeten huren, waren weinig betrouwbaar en gaven zich
over aan plundering. De magistraat weigerde om de burgers onder de
wapenen te roepen en onderhield slechts eenige lieden tot bezetting
der wachten; de fortificatie-werken eischten dringend herstelling, maar
alle arbeid staakte door gebrek aan geld en aan levensmiddelen (3).
Eerst tegen het einde van September kon de nieuwe commandeur over
29 geregelde compagnieën te voet en 2 te paard beschikken.
De verrassing van Wesel noodzaakte Montecuccoli naar den IJssel
terug te gaan. Amersfoort werd den 22sten Augustus ontruimd, met
medeneming van vele huisluiden en bespannen wagens tot vervoer van
het geplunderde. Overigens bleven de Staten-Generaal de neutraliteit
met de keizerlijken handhaven. Zij belastten Ernhart Erentreyter met
het commandement van Amersfoort (4). De vijand hield de legerplaats
(1) Res. S. G. 14 Mei 1630.
(2) Res. S. G.R. v. St.H. 20 en 22 AugustusRes. S. G. 29 en 31 Augustus 162915
Mei 1630. Aan anderen werden eveneens belooningen uitgereikt. Tot de buit behoorden
do bagage van graaf Hendrik van den Berg en do door Montecuccoli geroofde goederen.
(3) Res. S. G. 4 en 14 September, 5 November 1629.
(4) Res. S. G. 25 Augustus1 SeptemberRes. R. v. St. 25Res. H. 22 en 25 Augustus 1629.
De nieuwe commandeur spelde zijn naam Ernreitter (S. G. Lias loopende dd. 31 Augustus),
doch de naam voorkomende in den tekst is meer algemeen bekendhfj werd bij Comm.
S. G. 20 Augustus benoemd tot commandeur van Amersfoort,