48 defensief te werk te gaan (1). Graaf Johan van Nassau nestelde zich met keizerlijke troepen aan den Rijn, eiscbte 25.000 rijks daalders van de stad Keulen en even zooveel van Gulik, waar tegenover de Staten-Genéraal met gelijke heffingen dreigden als de graaf zijn zin kreeg (2). De ritmeester Vincent van IJsselsteijn, die in Juli met 400 ruiters en 1000 voetknechten uit Wesel was getrokken om graaf Johan het opwerpen van een fort aan het nieuwe kanaal Rijn berk—Venlo te beletten, moest onverrichter zake terugkeeren. Hij maakte den graaf in een gevecht op de Bunickerheide krijgsgevangen; tegen een losprijs van 5000 rijksdaalders herkreeg deze de vrijheid (8). In 1680 werd door de Republiek, zoo men wil de West-Indische Com pagnie, alleen krijg gevoerd in Brazilië (4). Hier te lande vielen geen krijgsverrichtingen voor (5). Derhalve kon men in het najaar de legersterkte per compagnie verminderen, mits het af te danken personeel en andere schuldeischers het hun toekomende geld ont vingen. Een bewijs van wanorde in de geldzaken leverde de klacht, dat voor „d'exactien der chrychsofficieren ende gemeene soldaten, door „de welcke het platte lant sulcx uitgeput ende uytgermergelt wert dat „huysluyden onbequaem gemaeckt haere contributien voortaen op te „brengen" (6). Terwijl de Raad van State in October de oorlogs-petitie voor 1631 aanbood, tevens aandringende op „suyveringe van de defecten der con senten", gaven de Staten-Generaal bevel om de sterkte der 50 com pagnieën van anno 1628 van 200 tot 100 hoofden te verminderen waarin Holland eerst in December toestemde; omdat deze provincie al- geheele afdanking verlangde (7). Friesland had reeds in September op eigen gezag zes der op hare repartitie staande compagnieën van 1628 afgedankt, en liet in December eigenmachtig 300 man uit Emden overkomen. Groningen wilde eveneens 300 man uit Emden trekken; prins Frederik Hendrik gaf terzelfder tijd patent dat 600 man genoemde plaats zouden verlaten. De Staten-Generaal beslisten dat (1) Res. S. G. 21 Mei, 27 Juni, 14 en 19 Juli; Res. R. v. St. 31 Juli, 1 Augustus 1630. Zie Aanteekening N°. 17. (2) Res. S. G. 14 en 22 JuniRes. R. v. St. 15 Juni 1630. (3) Res. S. G. 18 en 27 Juli, 27 en 28 September, 4 en 11 October 1630. Maria Pas te Utrecht kreeg octrooi tot het verkoopen van mans-slaapmutsenwaarop geborduurd stond „slants welvaren" en „de rencontre met graeff Jan van Nassau" (Res. S. G. 3 Augustus). (4) Zie Aanteekening N". 16. (5) Severijn Hoemaker commandant van Liefkenshockontdekte een poging om het fort door verraad aan den vijand over te leveren6 soldaten werden met het koord ge straft en het hoofd van den aanlegger op een staak geplaatst (Res. S. G. 4 Moi). Een vijande lijke aanslag op Kadzand en Schouwen werd verijdeld (Res. S. G. 2, 7, 18 en 20 September, 814 en 15 October 1630). (6) Res. S. G. 3 September 1630. (7) Res. S. G. 15, 16 en 18 October; Resk R. v. St. 14 en 18 October; Res. II. 28 No vember 5 December 1630.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 68