59 delen in de Nederlandenwiens beheer in wanorde verkeerde (1) en graaf Hendrik van den Berg, gouverneur van Gelderland (Over- kwartier); anderen als Guillaume de Melun, prins van Espinoy, Alexander, hertog van Bournonville, Lodewijk van Egmond, prins van Gavere, Albert de Ligne, prins van Barbangon en Arenberg, wendden zich tot Frankrijk. Graat Hendrik van den Berg stelde zich te Luik, waar hij het burgerschap had gekocht, in verbinding met ge deputeerden van de Staten-Generaal en vaardigde uit genoemde stad onderhoorig aan den keurvorst van Keulen, doch eer Staatsch- dan Spaanschgezind als generaal-veldoverste („maistre de camp general de l'armee") een manifest uit aan alle niet-Spaansche soldaten, om zich bij hem te voegen, ten einde „van de slaverie der Spaignaerden" te worden verlost. Een luitenant die 200 man aanbracht werd kapitein, een luitenant of kornet met 100 ruiters, ritmeester; elke ruiter zou drie-vierde patacon per dag ontvangen, een soldaat te voet 10 stuivers, na de monstering allen een maand soldij. Open brieven aan de infantede prelaten, edelen en steden vermeldden de redenen van zijn optreden (2). Ferdinand van Beieren, keurvorst van Keulen, als prins-bisschop van Luik, en de regeering dezer stad verboden bij plakkaat van 23 Juni de wer ving op hun gebied. De infante verklaarde van haar kant den graaf schuldig aan hoogverraad, waartegen hij zich in een apologie dd. 22 Augustus verweerde. De Nederlandsche gedeputeerden begaven zich naar het neutrale Luik om levensmiddelen voor het leger bijeen te brengenschepen tot het slaan van een schipbrug te huren petarden en andere ernstvuurwerkenschoppen, spaden enz. aan te schaffen (3). Den 22sten Mei kwamen de korpsen te Nijmegen samen. Zij bestonden uit 28 regimenten te voet, 281 compagnieën, verdeeld in drie brigades: de le Nederlanders, de 2e Franschen, de 3e Britten waarbij de regimenten Solms, Brederode en Varick; 58 compagnieën te paard, eveneens ver deeld in drie brigadesonder den luitenant-generaal Thomas van Staken- broeck, den commissaris-generaal graaf Herman Otto van Stirum en den vierden groot-officier der cavalerie Frederik Maürits de la Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon; 83 stukken geschut, waarbij 6 halve kartouwen; 1500 wagens, 100 beladen met kisten beschuit, elke kist wegende 1000 <ffi; voorts wagens met brood, munitie, materieel, de (1) In 1637 wilde Warfusé zich weder met Spanje verzoenen. Om daartoe te geraken, beproefde hu' door vermoording van een der burgemeesters het gezag van den bisschop in hot destijds Eranschgezinde Luik te horstellen, doch viel zelf als slachtoffer dei- volkswoede (16 April). (2) Manifest en brieven z(jn gedateerd op 18 Juni 1632. (3) Res. S. G. 17 Juni, 19 Juli, S. G. Lias loopende 1ste helft 1632.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 79