bruggetreinenz.; elke man werd voor vijf dagen van levensmiddelen
voorzien (1).
Ook de gedeputeerden te velde der Staten-Generaal en van Holland
begaven zich naar de verzamelplaats te Nijmegen, alwaar evenals te
Grave vrijleger was afgekondigd en een paarden-posterij werd inge
steld (2). Na het verleggen der schipbrug van Grave naar Mook en oplading
van eenige aken om over de Niers te trekken, had den 30sten Mei de
afmarsch naar de Mookerheide plaats, waar het leger bivakkeerde; den
volgende dag marcheerde het gros langs den rechter-, de cavalerie onder
Stakenbroeck langs den linker Maas-oever. Venlo, de hoofdstad van
het Overkwartier van Gelderland, gaf zich den 3den Juni op gunstige
voorwaarden over: een lokmiddel om zuidelijker gelegen steden eveneens
daartoe aan te moedigen. Nicolaas van Brederode trok met 7 compag
nieën in de veste (3). Denzelfden dag werd men meester van Stralen.
Graaf Ernst Casimir, die onderwijl met een vierde van het leger Roermond
verkende, werd door een musket-schot van de wallen doodgeschoten;
bevreesd voor weerwraakgaf de stad zich den oden Juni zonder
verzet over en ontving 7 compagnieën onder Jacob van Randwijck
als Staatsch garnizoen (4). Prins Frederik Hendrik vond 't noodig
dat elke der 17 compagnieën in de drie vermeesterde steden een
sterkte verkreeg van 300 hoofdenwaarvoor 2630 man noodig waren
aangezien dezen niet van het veldleger mochten worden afgenomen,
besloten de Staten-Generaal 6000 waardgelders in dienst te stellen onder
bepaling dat het loopgeld en andere onkosten voorloopig uit de Fransche
subsidie betaald werden: onkosten, die men door het in dienst houden
der onder graaf Willem van Nassau ingekwartierde troepen had trachten
te voorkomen. Bovendien bleek een nieuwe petitie van 500.000
noodzakelijk: te bezwarender omdat de provinciën steeds achterlijk bleven
in het afdragen van gelden (5). Na inneming van Sittard op 8 Juni, een
stad, die de Spanjaarden eigenlijk het vorige jaar hadden moeten ont
ruimen, vervolgde het leger zijn weg naar Maastricht (6).
De stad Maastricht vormde twee heerlijkheden, onder den hertog van
Brabant en den bisschop van Luik. Naast het opperbeheer, hetwelk
60
(1) „Hendrick Hexham, quartierineester van 't Regiment van den Heere Generael Veer.
„Journael van de op-treckinge des Doorluchtige Prince van Orangien den 29 Mei 1632 van
„Nijmegen naer de Mase, etc." Zie Aanteekening N°. 27.
(2) Res. S. G. 5, 22 en 27 Mei, 5 Juni; Res. R. v. St. 8—10 Juni 1632. G. P. B. II 362
dd. 2 Maart „Ordinantiën voor de Soetelaers"; nader gewijzigd bij plakkaat van 1 Juli 1637;
by oene compagnie colonnelle mochten ziclx niet meer dan drie, bij elke andere compagnie
hoogstens twee zoetelaars bevinden.
(3) S. G. Lias loopende 1632 dd. 30 Mei, Res. R. v. St. 1 Juni, Res. S. G. 8 Juni, G. P. B.
II 647 en 650 dd. 3 Juni, accoord met de burgers en het garnizoen van Venlo.
(4) Res. S. G. 13 Juni 1632. G. P. B. II 650 dd. 5 Juni.
(5) Res. S. G. 11, 17, 20, 23, 24 en 29 Juni 1632. Zie Aanteekening N°. 28.
(6) Sittard behoorde tot het hertogdom Gulik.