6§ Santa Cruz noch Pappenheim konden prins Frederik Hendrik ver drijven en het verlies der stad beletten; evenmin vond het voorstel van den paltsgraaf Wolfgang Willem ingang, volgens hetwelk de verschillende legers zouden aftrekken en voortaan de keizerlijken het garni zoen uitmaken. Op 22 Augustus capituleerde de stad, waarbij de pri vilegiën van den koning van Spanje als hertog van Brabant op de Sta- ten-Generaal overgingen, diensvolgens de stad door hen en den prins- bisschop van Luik, als een afzonderlijk gewest, onderscheiden van de andere provinciën der Republiek en van den bisschopzou bestuurd worden. De hertog van Bouillon werd de eerste Staatsche gouverneur van Maastricht; als zoodanig legde hij den eed af zoowel aan de Staten- Generaal als aan den prins-bisschop van Luik. Het garnizoenter sterkte van 1400 man 29 compagnieën te voet, 1 compagnie te paard trok den volgenden dag uit de vesting en voegde zich te Diest bij het leger van Santa Cruz (1). Deze Spanjaard was den Belgischen adel zeer toegedaan en beklaagde zich bij de landvoogdes over de sterke tegenwerking door zijne landgenooten. Zij daagde hem voor den Grooten Raad te Mechelen; het langdurige proces eindigde met veroordeeling van Santa Cruz wegens majesteitsschennis tot verbeurdverklaring van goederen en onthoofding, welk vonnis op 12 Juni 1638 werd voltrok ken. Pappenheim begaf zich langs Sittard en Heinsberg naar Wal- lenstein in Saksen, als gewoonlijk zijn marsch kenmerkende door plun dering (2). De overgave van Maastricht verwekte groote vreugde in de Republiek, zich uitende door de gebruikelijke dankzegging in de kerken en het lossen van het geschut „met de beste mesnage vant land", d. i. met een minimum hoeveelheid kruit: de bondgenooten deden moeilijk af stand van hunne penningen, zoodat o. a. de gedeputeerden te velde te klagen hadden „datse in groote becommernis blijven steecken door „schaersheyt van geit" (3). Begrijpelijkerwijze maakte men zoo spoedig mogelijk in de „nieuwe aengewonnene quartieren", Luxemburg en Namen, werk van de regeling der contribution (4). De door de burger compagnieën vrijgekomen soldaten vormden te Nijmegen met de onlangs aangeworven vanen ruiterij een nieuw gros (5). De Prins bleef te Maastricht tot de stad in verdedigbaren staat was gebracht. Onderwijl (1) G. P. B. II 022 en 023, dd. 22 Augustus, overeenkomsten met de geestelijkheid en den magistraat van Maastricht, den gouverneur en officieren van Maastricht en Wijk. Het formulier voor den eed aan den prins-bisschop is afgedrukt in de „Publications de la Société „historique et archéologique dans Ie Limbourg. 48e année, 1912." (2) Res. S. G. 29 Augustus, 5 Septomber en 13 October 1032. (3) Ros. S. G. 25 26 28 Augustus en 4 September 1632. 'sPrinsen trompetter, die de voorwaarden van overgave te 'sGravenhage bracht, kreeg een vereering van éi 100. (4) Res. R. v. St. 28 Januari 1633. (5) Res. S. G. 29 en 30 Augustus 1632. De burgers van Dordrecht, Gorinchem en 'sGra venhage bleven voorloopig in hunne steden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1918 | | pagina 83