82
Spanje kreeg verschillende plaatsen terug, w.o. Charleroi en Kortrijk,
Gent en Limburg, doch Valenciennes, Condé, Franche Comté, Kaïnerijk
en andere steden bleven in Fransche handen.
In Januari 1679 begonnen de Franschen met de ontruiming, niet
dan na het heffen van zware contributiën, en Lodewijk XIV bracht,
ongeacht de verdragen, steeds nieuwe aanspraken te berde, zoodat
hervatting van den oorlog tot de mogelijkheden bleef behooren.
In dienzelfden tijd werden de Britsche hulptroepen teruggeroe
pen (1).
Aan den Boven Rijn zetten de Franschen hun plunderingen en ver
woestingen voort en maakten zich meester van Kehl, het bruggehoofd
van Straatsburg, en Landau. Frankrijk beschuldigde de Republiek
herhaaldelijk, dat zij haar gelicentieerde troepen aan den Keizer had
overgedaan, hetgeen H. H. M. beslist ontkenden, onder opmerking
dat zij afgedankte soldaten niet wilden of konden beletten om onder
vreemde vanen dienst te nemen. Na afloop van hun dienstverband
(2) waren zij volkomen vrij om over hun eigen lot te beslissen.
5 Februari 1679 sloten de Keizer en het Duitsche Rijk, mede te Nij
megen, vrede met Frankrijk en Zweden, waarbij Frankrijk de tijde
lijke bezetting van eenige Duitsche vestingen bedong om Zweden te
gen Denemarken en Brandenburg te kunnen bijstaan.
Op dien zelfden datum kwam ook de vrede tot stand tusschen
Frankrijk en Zweden met de hertogen van Brunswijk-Luneburg, op
29 Maart met Munster, waar Christoffel Bernard van Galen was
opgevolgd door Ferdinand van Fürstenberg.
Slechts Brandenburg en Denemarken bleven nog gewapend tegen
over Frankrijk en Zweden staan, en de geweldenarijen van Frankrijk
in het Kleefsche en Guliksche en in het graafschap Meurs deden de
vorsten van Brandenburg en Nieuwburg aan de Staten om bezetting
in de Rijnvestingen vragen, evenals Keulen dat deed. De Republiek
echter beriep zich op de neutraliteit, hetgeen de ontstemming over den
afzonderlijk gesloten vrede verhoogde.
Middelerwijl was een nieuw tractaat tusschen de Republiek en Bran
denburg tot stand gekomen, dat zou ingaan zoodra de vrede van dat
vorstendom met Frankrijk zou zijn gesloten, en waarbij men zich ver
bond om, indien een der contractanten werd aangevallen, wederzijds ter
beschikking te stellende republiek 4500 man en 1500 paarden, de keur
vorst 3000 man infanterie en 1000 paarden. De keurvorst zou afstand
doen van Schenkenschans en van achterstallige subsidies van 1672,
de Republiek zag ook van eenige vorderingen af.
In 1678 waren de Keurvorstelijke wapenen bijzonder gelukkig ge
weest tegen de Zweden (1), doch de tusschenkomst van Frankrijk, dat
(1) Seer. Res. S.G. 16 Sept. 4, 16 Nov., 7, 10 Dec., 1678. Res. S.G. 5 Jan., seer. Res. S.G.
27 Jan. Seer. Res. H. 6 Oct. 1679.
(2) Res. S.G. 17, 21, 25 Oct. 1678. Seer. Res. S.G. t, 6 Jan. 1679.