83
in Maart 1679 Cleve bezette, en de herhaalde weigering van de Repu
bliek, gegrond op haar neutraliteit, om Brandenburg bij te staan,
leidden in Maart 1679 tot een wapenstilstand, waarbij bepaald werd
dat o.a. Keulen 4000 man Fransche bezetting kreeg.
Ook wilde de keurvorst Schenkenschans aan Lodewijk afstaan, die
hiervoor bedankte omdat de Staten Genaraal daarop aanspraak maak
ten, die over dit aanbod hun verwondering toonden, daar die schans bij
het jongste verdrag tusschen de Republiek en Brandenburg aan de
eerste was afgestaan.
Tot het uitoefenen van meerderen druk op Brandenburg trok de maar
schalk Crequi in Juni over den Rijn, en bezette Bielefeld.
De zoo nabij de Republiek gevoerde krijg verstoorde de rust op hare
oostelijke grenzen. In Maart verschenen 10001500 Nieuwburgsche
ruiters in Breedev'oort, Borculo, Neede en Eibergen en werden met ge
weld verdreven; zij trokken naar Bentheim doch vertoonden zich in
April weder in het graafschap Zutfen, zelfs onder het kanon van Groen-
lo.
Op 29 Juni 1679 kwam eindelijk de vrede tusschen Brandenburg met
Frankrijk en Zweden tot stand, te St. Germain en Laye, waarbij keur
vorst Frederik Willem al zijn veroveringen in Pommeren moest
prijsgeven.
Bij de kennisgeving door den Keurvorst aan de Staten Generaal van
den gesloten vrede merkte hij op„dat hij niet wist over wien wel 't
meest te klagen: over den vijand, die hem overviel dan wel over den
vriend, die hem tot den oorlog had aangezet en vervolgens in den steek
gelaten".
Crequi kreeg nu de handen vrij tegenover de Denen, marcheerde
naar het Oldenburgsche en hief daar brandschattingen; op 2 Septem
ber sloten Frankrijk en Denemarken, op 26 September Denemarken
en Zweden vrede, terwijl op 12 October te Nijmegen het vredestrac-
taat tusschen de Republiek en Zweden tot stand kwam en tevens een
tractaat van commercie, navigatie en marine.
In September 1678 namen Hunne Hoog Mogenden maatregelen om
de regeering van de stad Maastricht en der drie landen van Overmaze
op den vorigen voet te herstellen. Op 6 November had de overgave
van Maastricht plaats en trok kolonel Caspar de Mauregnault met acht
regimenten te voet en vier regimenten te paard de stad binnen. De
sterkte van het nieuwe garnizoen was bepaald op 4000 man; bij de
monstering in April 1679 werden „verscheyde defecten ondervonden".
De kolonelNicoLAAsFREDERiKZoBELtrad terstond op als commandeur;
graaf George Frederik van Waldeck kreeg zijn benoeming tot gou
verneur pas in Maart 1679. Als voorloopige bewapening dienden 20
(1) Tot de gemaakte krijgsgevangenen behoorde o.a. Gustaaf Carlson, natuurlijke zoon
van koning Karet, X Gustaaf. Zie aanteekening N° 17.