84
halve kartouwen van 24 U20 veldstukken van 12 U ,12 veldstukken
van 6 H8 veldstukken van 3 'fi waarvan de helft op de wallen; dit
geschut een „batterye volant, bestaende in twaelf vacken", het welk
goed voldeed, en eenige magazijnsvoorraad waren van de Franschen
overgenomen. De volledige bewapening werd berekend op 4 stukken
van 3 U38 halve kartouwen van 24 'U ,12 veldstukken van 12 ïi12
lange veldstukken van 6 H10 kamerstukken van 12 ïi12 idem van
6 Kif, 4 mortieren, 6 houwitsers. Om de vesting van het verder noodige
te voorzien, bleek geen ander middel te bestaan dan over in de jaren
1677 en '78 door Holland aan den Staat geleend geschut te beschikken.
De magazijnen vereiscliten een aanvulling van 4000 musketten, 100
hellebaarden, 500 pieken, 1000 halve pieken en 50.000 handgranaten;
de snaphanen en musketten moesten een kaliber hebben van 12 kogels
in 't pond. Het bouwen van een nieuwen „polver Thooren" werd aan
besteed. In Juni 1679 waren Maasschippers zoo gelukkig om 210.708 U
kanonkogels, 1104 handgranaten, 10 bommen van 160 U uit de Maas op
te visschen, geschat ter waarde van 74254; zij kregen een belooning
van 10 voor elk schippond „gevisde ammunitien" (1).
De rechten van Maximiliaan Hendrik van Beieren, keurvorst
aartsbisschop van Keulen, tevens prins-bisschop van Luik, op mede-
regeering van Maastricht in zaken van politie, finantie en justitie wer
den, overeenkomstig de capitulatie van 22 Augustus 1632, op 28 Augus
tus 1682 door wederzijdsche commissarissen vastgesteld, doch pas
17 April 1684 door Hunne Hoog Mogenden goedgekeurd en gera
tificeerd ,,om voortaan als een positieve weth geobserveert te
werden" (2).
Niet vóór het einde van 1679 kon orde worden gesteld op de regeering
der landen van Overmaze, die door de vorderingen der Franschen
vrijwel geheel waren uitgeteerd, terwijl Munstersche en Brandenburg-
sche benden „den laetsten penning extorqueerden aen de Ingesetenen"
(3). De onderhandelingen over de aanspraken van den Spaanschen
koning en den Prins van Oranje op Maastricht, de landen van Overmaze
en Vroonhoven, en die over de verheffing van Meurs tot een hertogdom,
over het markiezaat van Bergen op Zoom, en over Turnhout, bleven
evenals die over de vraagstukken verbonden aan de afwikkeling der
finantieele overeenkomsten met Spanje nog jaren lang slepende. Ten
slotte bleven Maastricht en het verdere gebied tot de Republiek be
lmoren. (4).
De gesloten vredesverdragen bevatten niet de minste bepaling om-
(1) Seer. Res. S.G. 3 September, Res. S.G. 20, 27 September, 7, 10, 21, 25 October, 2 No
vember, 2 December, Res. R. v. St. 23 September, 15 November 1678, 22 Maart, 46, 21
April, 26 Juli 1679, Res. R. v. St. 28 Maart 1680.
(2) Res. S.G. 17 April 1684.
(3) Res. S.G. 13, 16 September, 21, 25 October 1678, 27 Juli, 14 December 1679.
(4) Res. S.G. 3 October, Seer. Res. S.G. 3 December 1678, 20 Mei, Res. S.G. 19 April,17
Juni, 5, 16 Augustus, 30 September, 3 October, Res. H. 13, 28 September 1679.
„Mémoires historiques et politiques des Pays-Bas Autrichiens, tome second, page 42".