106
den (1). Karel II regeerde sinds 1681 na herhaalde ontbinding van
het Parlement met de grootste willekeur, zoodat een verdeeling ont
stond in twee elkander vijandige partijen, die van het Hof en de katho
lieken de Tory's en van het volk de Whigs. Na de ontdekking
van een nieuwe, ditmaal protestantsche (of Rye-House) samenzwe
ring, werd de hertog van Monmouth beschuldigd van medeplichtig
heid den koning en diens broeder te willen vermoorden. Verscheidene
Whigs boetten hun daad met het leven. Monmouth was naar Holland
gevlucht.
Karel II van Groot-Brittannië ontsliep op 16 Februari 1685. Zijn
broeder de hertog van York volgde hem in de regeering op als Jaco
bus II. Monmouth, door sommigen als koning erkend, week naar
Brussel. Hij en zijne aanhangers rekenden al te zeer op den haat van
het volk tegen Jacobus, die thans openlijk de Roomsch Katholieken
begunstigde en in het geheim met Frankrijk in onderhandeling trad;
het laatste werd, volgens mededeeling van den Nederlandschen gezant
Arnout van Fitters, door het Hof van Westminster ontkend. Zelfs
liepen geruchten „dat den Coningh van Engelandt aen den Roomschen
„Stoel verseeckeringen soude hebben gegeven, dat hij niet alleen met-
Her tyt de Pauselycke Religie in Engelandt de haute lute soude in-
„troduceeren; maer oock den Geunieerden Staat met hulp van andere
„Roomsche machten, weder tot hunne Kerck brengen, off geheel ver
delgen." Andere mededeelingen uit Frankrijk en Engeland verluid
den dat aldaar „nyets goets voor de gemeyne ruste wierde gebrouwd"
en dat de Republiek „seer wel soude doen om op haer hoede te wesen
„en sich by tijts in goet postuyr te stellen." Middelerwijl ontaardde de
regeering van Jacobus in een waar schrikbewind, gepaard met ver
beurdverklaring van goederen van hen, die als 's konings tegenstan
ders of rebellen bekend stonden. Koning Jacobus zond aan de Staten-
Generaal een lijst met hunne namen, waarop voorkwamen: Jacques
duc de Buccleugh (2), Archibald, autrefois comte d'Arguile, Ford
lord Grey, Robert Hamilton, général des rebelles" en tal van ande
ren, met het verzoek tot uitlevering, althans ontzegging van hun ver
der verblijf in de Republiek. Hunne Hoog Mogenden verzekerden „dat
„deselve noyt onder haer gebiet sullen dulden offte azylum verleenen
„aen personen, die aen soo enorme crimina schuldich ende daerover
„geproclameert zijn". Het door de provincie gehouden onderzoek
leidde er voor de betrokkenen hoogstens toe dat zij last ontvingen om
te vertrekken. Velen hunner hielden zich te Amsterdam op, waar de
magistraat hen oogluikend toeliet. Holland verbood voor twee maan
den den uitvoer van ammunitie uit zijn havens, tenzij met voorkennis
van den koning. Toch wist Argyll, niet zonder medewerking van Am-
(1) Res. S.G. 22 April, Secr. S.G. 18 Maart, 17 October 1679.
(2) James Fitz Roy, hertog van Monmouth. Na zijn huwelijk met Anna Scott, nam hij
de titels aan van zijn schoonvader Walter Scott, hertog van Buccleugh.