107 sterdam, drie schepen met 500 man en een groote partij oorlogsmate- rieel uit te rusten, waarmede hij op 12 Mei van Texel ongemoeid zee koos. Drie dagen later beproefde hij te vergeefs tegenover de Orkney- eilanden in Schotland te landen, hetgeen op 23 Mei bij Dunstaffnage in Lorne gelukte. Hij werd dra verslagen, gevangen genomen en te Edinburgh op het schavot onthoofd (1). Koning Jacobus vernieuwde op 17 Augustus 1685 de door zijn voor ganger met de Republiek gesloten tractaten. Volgens dat van 27 De cember 1674, pas op 3 Maart 1678 bekrachtigd, bepaalde artikel Z r dat bij een aanval op het grondgebied van een der beide mogendheden Engeland 10000 man, de Republiek 6000 man beschikbaar zou stellen, elk bovendien 20 schepen van oorlog; komende onder het opperbevel en ten koste van den aanvrager. De plannen van Monmouth en Ar gyll tot het verwekken van opstand bleven den koning niet onbekend. Jacobus verzocht op grond van vermeld artikel, door bemiddeling van prins Willem, in Juni overzending van de drie regimenten Schot ten, in Juli mede van de drie regimenten Engelschen in Staatsoliën dienst. Hunne Hoog Mogenden stemden toe, mits ook de kosten van overtocht ten laste des konings kwamen: dit betrof de regimenten Schotten van de kolonels Hugo Mackay, Barthold Balfour en John Wauchope, de regimenten Engelschen van Henry Bellasyse, Thomas Monck en Alexander Canan. Te 's-Hertogenbosch rezen moeilijkheden bij het vertrek der regimenten Mackay en Wauchope „van welcker soldaten weynich ongetrouwt, maer meest alle met „vrouw ende kinderen beladen waren", die met onafbetaalde schulden en zonder bestaansmiddelen achterbleven. Koning Jacobus benoemde kolonel Mackay tot generaal-majoor der Britsche troepen in Neder land, met behoud van dien rang over zijn troepen in Engeland en ver zocht Hunne Hoog Mogenden hem commissie als generaal-majoor bij het Staatsolie leger te verleenen, hetgeen eerst na zijn terugkomst ge schiedde(2). Een der eerste dagen van Juni verliet Monmouth de reede van Texel op het te Amsterdam aangekochte schip „den Helderenbergh voerende op sijn spiegel een Bergh bescheenen werdende van- „de straalen vande opgaende Son", bewapend met 32 stukken en 150 man van allerlei volkeren. Hij landde te Lyme Regis in Dorset, waar slechts luttele aanhangers, geen der grooten des lands, zich bij hem aansloten. Hij bleek geenszins opgewassen tegen de koninklijke troepen, die hem onder graaf Lewis van Feversham aan alle zijden omring den; op 16 Juli werd Monmouth bij Sedgemoor in Somerset verslagen door John Churchill (later graaf van Marlborough), op zijn vlucht (1) Res. S.G. 11 April, 10, 19, 21 Mei, Seer. Res. S.G. 15 Mei, 20 Juli, Res. H. 16 Mei, 2, 9, Juni, 1685, Seer. Res. S.G. 20 Maart, 20 Augutus, 14 December, Res. S.G. 11 November 1686. (2) Res. H. 6 Juni, 5 Juli, Res. S.G. 7, 20 Juni, 2, 6, Juli, Seer. Res. S.G. 11 Augustus 1685, Res. S.G. en Seer. Res. S.G. 7 Februari 1686. Zie Aanteekening N° 22.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 127