113 publiek en Zweden een nieuw tractaat van „vrundschap, assistentie ende „defensie", waarbij het secours werd bepaald op 6000 man en 12 sche pen van oorlog. Keurvorst Frederik WiLLEM^loot zich bij dit trac taat aan, ter handhaving van den Westphaalschen en den Nijmeeg- schen vrede en het twintigjarige bestand (1). Het voor de toekomst meest belangrijke tractaat vormde het op 9 Juli 1686 onder den invloed van prins Willem III tot stand gekomen zoogenaamde groote Augs- burgsche verbond, gesloten tusschen keizer Leopold, als zoodanig en als vorst van Oostenrijk, Karel II van Spanje als regent van de Bourgondische kreits (Zuidelijke Nederlanden), Karel XI van Zwe den voor Pommeren, keurvorst Maximiliaan Emanuel van Beieren voor zich en de Beiersche kreits, verder alle vorsten van het Saksische Huis en van den Opperrijnschen kreits op den rechter Rijnoever. Zij zouden gedurende drie jaren een leger van 60.000 man onder de wape nen houden tot bescherming der bestaande betrekkingen. Ook Paus Innocentius XI was uit beduchtheid voor den macht van Bodewijk XIV het verbond gunstig gezind. De Republiek onthield zich van deelneming. L. HET JAAR 1688. a. Koning Lodewijks inmenging in de zaken van Duitschland. Verster king van liet Staatsche leger. Het twintigjarig Bestand had de kans op uitbarsting van nieuwe oorlogen tusschentijds geenszins bezworen. De zucht van Lodewijk XIV naar uitbreiding van macht en gebied gaf daartoe gereede aan leiding. Prins Willem van Oranje stelde zich tot taak die zucht te breidelen. Van den te Nijmegen voor altijd gesloten vrede en van den getroffen wapenstilstand ,,ne restoit qu'une apparence exterieur et le „simple nom" (2). In Februari 1688 verzocht Jacobus II aan Hunne Hoog Mogenden terugzending van de zes regimenten Engelschen en Schotten in Staat- schen dienst. Hij hoopte daarmede, met geldelijke tegemoetkoming van Bodewijk XIV voor hun onderhoud, een kern te maken tot hand having van zijn macht, daartoe die regimenten stellend onder de be velen van Roomsch Katholieke officieren. Zoodra de aanvrage in Nederland bekend werd, verklaarden meerdere inwoners van 's-Graven- hage, dat de regimenten „merckelijke sommen van penninghen ten „achter waren, soo ten aensien van het besolliciteren vande respective „compagnien, als gedane leverantien, mitsgaders geavanceerde pen- „ninghen voor recrutes ende tractementen voor de officieren, die met „verloff van Sijn Hoocheyt den heere prince van Oranje waren ver- (1) Seer. Res. S.G. 14 Januari, 4, 5, 7 Maart, Res. H. 16 Februari 1686. (2) Seer. Res. S.G. 21 October 1688. VI 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 133