115 zins in hun voornemen, waarmede zij hoopten „die groote eere ende „het geluck te sullen hebben van met Syn Majesteyt daerinne te con curreren". Op 3 Juni overleed Maximiliaan Hendrik in zijn resi dentie Bonn. Weldra verwittigde Furstenberg Hunne Hoog Mogen- den van zijne benoeming tot aartsbisschop en keurvorst van Keul'en, onder verzekering een volkomen vriendschap te zullen onderhouden. Evenwel, de beslissing in zake de verkiezing van het kapittel verbleef aan paus Innocentius XI, die den Beierschen prins met den aartsbis- schoppelijken zetel begiftigde, hem dientengevolge de keurvorstelijke waardigheid deed verwerven ('20 September Maximiliaan Hendrik werd in zijn overige waardigheden opgevolgd door Johan Lodewijk van Elderen als bisschop van Luik, door Frederik Christiaan van Plettenberg als bisschop van Munster, door Jobst Edmund van Brabeck als bisschop van Hildesheim. 's Pausen handelswijze diende aan Lodewijk XIV tot voorwendsel om aan hem en het Duitsche Eijk den oorlog te verklaren (24 September). De Franschen openden den krijg met de bezetting van het pauselijke Avignon en het Comtat Venaissin (1). Alle Duitsche vorsten verklaarden zich tegen Frankrijk; Saksische, Hannoveraansche en Hessische contingenten verzamelden bij Frankfort, generaal Frederik Armand van Schon berg rukte met Bran- denburgsche en andere kreits-troepen naar Keulen, keurvorst Frederik III, opvolger van zijn op 9 Mei overleden vader, den grooten keurvorst, bezette Wesel en het land van Cleef. De Republiek sloot dd. 20/30 Juni met den nieuwen keurvorst een „conventie off acte van renouvelle- „ment van de tractaten van de jaren 1678 en 1685"; met keurvorst Johan George van Saksen opende zij onderhandelingen over een verdedigend verbond en sloot op 6 Juli met Denemarken een „prae- „liminair tractaet" (2). 't Was der Republiek lang niet onverschillig op welke wijze zich de gebeurtenissen nabij hare grenzen zouden ontwikkelen, zoodat ze alle aandacht aan de versterkingen en magazijnen wijdde, en nabij Nijmegen eenige troepen verzamelde, onder bevel van Waldeck. De Keulsche zaak begunstigde de plannen van den prins van Oranje. Lodewijk XIY vermeende aanvankelijk, dat de versterking van leger en vloot enkel een bedreiging beteekende, tot dat hij, door de spionnenberichten van d' Avaux, vermoeden kreeg omtrent een mogelijk optreden van den Prins tegen zijn schoonvader van Groot-Brittannië. Op 8 September overhandigde Albeville aan Hunne Hoog Mogenden een memorie met verzoek tot opheldering betreffende „les grandes et surprenantes „preparations de guerre que font faire Vos Seigneuries par mer et „par terre, dans une saison, ou ordinairement toutes les opérations, „principallement sur mer cessent, donnant un juste sujet de surprise (1) In 1689 teruggegeven 11a de verkiezing van den nieuwen paus Alexander VIII. (2) Seer. Res. S.G. 18, 19 Mei, 9 Juni, 9 Juli, Res. S.G. 10, 21, 24 Juni, 16 ,24 Juli, 1 Augus tus, G.P.B. IV 302 dd. 6 Juli 1688.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 135