121
het overnemen en transport der troepen. Uit het eigenlijke Zweden
(Schonen) verkreeg men slechts 1000 man, 2050 uit het stift Bremen,
2998 uit Pommeren. De strenge vorst en de door Fransche kapers on
veilig gemaakte zee geboden een overlandtocht van Verden door het
graafschap Hoya en het stift Munster, waardoor Deensch gebied werd
vermeden. Sinds December 1688 bereikten de Zweden bij gedeelten het
grondgebied der Republiek (1).
De overtocht naar Engeland en de daarop gevolgde oorlogsverkla
ring van Lodewijk XIV maakten nog meerdere uitbreiding van het
leger noodzakelijk. Op 23 December stelden Hunne Hoog Mogenden de
werving vast van 3000 ruiters, waarin de provinciën met uitzondering
van Friesland en Groningen hadden toegestemd. Er zouden worden ge
formeerd 50 compagnieën van 60 man, ten einde alle regimenten van
3 op 6 compagnieën te brengen; de overblijvende bleven, zoogenaamd
als gedetacheerde compagnieën, buiten regimentsverband. De vraag
deed zich daarbij voor hoe de aanstelling van de officieren zou geschie
den, door de Unie of door de provinciën, waarop de compagnieën wer
den gerepartieerdvoorts, wie de aanritsgelden ad 48 rijksdaalders per
ruiter moest betalen. Holland betoogde de wenschelijkheid om boven
dien tot een werving van 8000 man infanterie te besluiten, waarmede
alle regimenten op 12 compagnieën konden worden gebracht en elke
compagnie versterkt worden met 10 man. Beide wervingen kwamen
pas in het volgende jaar tot uitvoering, met dien verstande, dat de
Raad van State reeds op 25 November een petitie van 464.000 aan
bood voor de werving van 3000 ruiters. Een in te stellen onderzoek
moest opheldering geven omtrent de verdeeling van lasten voor de
nieuwe werving en de overneming van militie, benevens omtrent de
bevoordeeling van sommige provinciën, die niet of minder behoefden
te recruteeren, ook door het achterblijven of te laat overkomen van de
overgenomen troepen (2).
Op 24 September, terwijl het keizerlijke leger na zijne zegepralen op
de Turken, zich nog in Hongarije bevond, verklaarde Lodewijk XIV
den oorlog aan het Duitsche Rijk. Weldra bezette een door den Dau
phin Lodewijk aangevoerd leger enkele streken aan den boven- en
beneden-Rijn. De Dauphin nam achtereenvolgens: 6 October Kaisers-
lautern, 8 October Philipsburg, 10 November Mannheim, 18 Novem
ber Frankenthalte Versailles teruggekeerd werd hij als „Louis le
Hardy" buitengewoon gevierd. Zijn onderbevelhebbers Jacques Hen-
bi de Durfort, hertog van Duras, maakte zich op 24 October meester
van Heidelberg, Louis Franqois de Boufflers bezette op 17 October
het aan hem door keurvorst-aartsbisschop Anselmus Frans van In-
(1) Seer. Res. S.G. 15, 18, 30 October, 19, 20, 22, 23, 30 November, 22, 28 December, Res.
R. v. St. 3, 6 November, Adviesen 3 November, Res. H. 23, 29 December 1688.
(2) Res. S.G. 15, 16, 23—25, 30 November, 7, 13, 17, 23 December, Seer. Res. S.G. 22 De
cember, Res. H. 17 December 1688.