126 vorst George Frederik van Waldeck. Hunne Hoog Mogenden betuigden in antwoord op 's Prinsen redevoering „dat deselve noyt „genoech conden erkennen, de groote diensten die Sijn Hooclieyt met „een tedere Lieffde, ongemenen ijver ende onvermoeyden arbeyt van „tijt tot tijt aen den Staet hadde gedaen." Zij gaven aan hunne mi nisters buitenslands te kennen, dat de daden van koning Jacobus van Groot-Britannië, voortspruitende „ongetwijffelt door den quaden „raedt en inductie van Syne ministers" den prins van Oranje hadden bewogen tot een handeling „niet met eenich het minste insicht, off in tentie om dat Ryck te invaderen, off t' onder te brengen, off om „den Coningh van den Troon te stoten, veel min om sich daer van „meester te maecken, off de wettige successie te inverteren. off te „benadelen, oock om de rooms-catholicque te verjagen, off die te ver bolgen, maer eenighelijck en alleen om de natie te hulpe te comen tot „het herstel vande verbroockene wetten en privilegiën, als oock tot „behoudenisse van hare religie, en vrijheyt en tot dien eynde te bevor deren en te weech te brengen, dat een vrij en wettigh parlement mach „beroepen" (1). Sinds midden Augustus lag op Schooneveld, onder luitenant-admi raal Cornelis Evertsen, een vloot van aanvankelijk 25 schepen, ter waarneming van de Britsche oorlogsschepen. Deze stonden onder bevel van admiraal George Legge lord Dartmouth, met den vice-admi- raal Boger Strikland en den schout bij nacht John Berry; evenals in de Republiek waren vele Britsche zee-officieren afkomstig van de landmacht, sommigen behoorden nog daarbij; zoo was lord Dart mouth tevens „master of the ordnance" en kolonel van het „royal „regiment of Fuzileers", Berry tevens kapitein in het „Holland „regiment of foot." Samenstelling van het expeditionnaire korps onder het opperbevel van prins Willem III van Oranje. Bevelhebber Frederik Ar- mand van Schonberg (2). Adjudant-generaal Willem Frederik van Nassau-Zuylenstein. Cavalerie-compagnieën. Gelderland ff. Zeno Diederik Tengnagel t\ Lodewijk Pritzelwitz 52' 52 Holland Compagnie van Zijne Hoogheid onder Johan Pauw, heer van Rijnenburg 80 Regiment Hans Willem Bentinck, kolonel- Gardes commandant 80 Johan Willem van Holtzappel 80 80 80 (1) Res. S.G. 26, 28 October, Res. H. 26 October 1688. (2) Naar het voorbeeld van Frankrijk verkeerdelijk Sciiomberg genoemd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 146