130
den en eenige dragonders, de schepen bestemd voor het reserve-regi
ment Coevorden en voor 300 paarden
te Goedereede het schip „De stadt Wesep" met 60 Fransche gerefor
meerde officieren.
Het schip „De Geertruyt" met 4 compagnieën Engelschen werd te
Duinkerken opgebracht, waar men de soldaten vrij liet. In alle schepen
bevonden zich levensmiddelen, waaronder „een groote partije weeck-
„broot, hetwelck niet langh buyten verderff gehouden sal connen wer-
„den". In December kwamen ongeveer 260 transportschepen onder
den luitenant-admiraal Scheepers uit Engeland terug, doch ze waren
vooreerst onbekwaam tot vervoer van de teruggebleven- en de reser
vetroepen, waarbij nog gerekend moeten worden Jan Brufed, luite
nant van de garde van Zijn Hoogheid, die met allerlei behoeften voor de
garde te laat aan den Helder was gekomen, benevens 300 paarden voor
de ruiterij. Zelfs kon geen oorlogsschip beschikbaar worden gesteld om
Gerhard van Zuylen van Nievelt met brieven voor den Prins over
te brengen; hij was verplicht de reis per pakketboot te aanvaarden,
op gevaar door Fransche zeeschuimers te worden opgelicht. De Prins
liet nog vóór het einde des jaars weten, dat overzending der achterge
bleven troepen niet meer noodig was (1).
De vloot van prins Willem stak het Kanaal over en stevende langs
de zuidkust van Engeland zonder door de Britsche vloot onder Dart
mouth te zijn lastig gevallen, dank zij den tegenwind waarmede die te
kampen had. Op 15 November bereikte men de Torbaai en ontscheepten
de troepen bij Torbay, een gehucht in lateren tijd opgegaan in Brixham;
graaf Hendrik Trajectinus van Solms sprong met 12 grenadiers het
eerst aan land. De uit Engeland bij den Prins overgekomen officieren
onder Charles Mordaunt. later graaf van Peterborough, bezetten op
18 November Exeter, waaruit 3000 koninklijken onder Edward Sey
mour aftrokken. Den volgenden dag verscheen de Prins aldaar. Zijn
schitterende leger, vooral de door 16 paarden getrokken 21 stukken
veldgeschut met een vervoerbare smidse, niet 't minst het leggen van
een schipbrug over de Exe altegaar in Engeland nimmer geziene
zaken verwekten de grootste verbazing bij de toeschouwers, terwijl
de goede roep van krijgstucht zich naar alle richtingen verspreidde (2).
Uit Exeter werd een door den raadpensionnaris Caspar Fagel d.d.
10 October opgemaakt en door den geestelijke Gilbert Burnet ver
kort in het Engelsch overgezet manifest algemeen verspreid, voerende
tot titel „The Declaration of bis Highnes William Henry, By the Grace
of God Prince of Orange, etc. Of the reasons inducing him, To appear in
Armes in the Kingdome of England"; een nog meer ingekort mani
fest was bestemd voor „the ancient Kingdome of Scotland" Een
(1) Res. S.G. 8, 23, 25 November, 6, 7, 10, 11, 13, 14, 31 December, Seer. Res. S.G. 2, 13,
31 December, Res. H. 11 December 1688. Zie Aanteekening N° 30.
(2) Zie Aanteekening N° 31.