141 dat de behaalde voordeelen, „wel principelijck sijn te erkennen ende te „imputeren aen het getal ende de dapperheyt vande cavallerie ende „dat sonder deselve in de aenstaende expeditie te velde niet wel sal „connen geassequeert worden de heylsame intentie van de Hoge „Regieringe", stelde de Raad van State voor om voormelde 24 compag nieën nog voor zes maanden extra aan te houden. Zulks gaf aanleiding tot de bijvoeging van een extra -ordinaris staat; de bijbehoorende peti tie d.d. 19 December 1678 werd door de meer uitgesponnen van 31 December nader toegelicht. Een extra staat droeg een tijdelijk karakter; de daarvermelde compagnieën ontvingen in den regel, na afloop van den termijn, ontslag uit den dienst. Zooals nader zal blijken, bleven de 24 compagnieën voor goed bij het Staatsche leger ingedeeld, althans zoolang de oorlog duurde. Dientengevolge beliepen delasten per maand voor de vier provinciën op den ordinaris staat 1.472.44817lw/84 den extra-ordinaris 55.806191067/84 tezamen 1.528.25517OV42 Op de aanmerking van pri-ns Willem, dat wederom vele infanterie- compagnieën met „blinde namen" waren ingevuld, ontwierp de Raad van State „om aen de heeren Staten vande respective Provinciën te „benemen alle naebedencken, als off de voorschrevene open namen „alleen pro forma daerop waren gebracht" een nauwkeurige lijst, waar bij volgens verlangen van Zijn Hoogheid de regimenten Lutzow en Horn ter repartitie van Holland waren overgebracht „omdat deselve „regimenten bestonden uyt vreemde officieren ende die hier te Lande „geen addres ofte credit hebbende hare compagnien souden laten ver- „loopen, indien deselve niet en werden onderhouden" (1). Zeeland, Friesland en Groningen opperden verschillende bezwaren. Zeeland verlangde inkrimping van cavalerie, waarvan men op de Zeeuw- sche eilanden weinig heil verwachtte, voorts vermindering der infanterie- compagnieën van 89 op 80 manaangezien de provincie de overneming weigerde van het op de repartitie van Holland staande regiment Brod- den, trachtte de Raad van State daarvan 9 compagnieën over te bren gen op de repartitie van Friesland, de 5 overige compagnieën op die van Groningen: ook deze provinciën antwoordden met een weigering. Friesland verklaarde zich tegen het voornemen om 120 compagnieën infanterie beschikbaar voor de vloot te stellenhet verzet bracht de uitrusting der vloot in gevaar, doch de met Groot-Brittannië gesloten vrede gaf besparingen, die de betaling der 120 compagnieën verzekerde. Groningen wees de overneming van eenige compagnieën op Hollandsche repartitie af en dreigde hare cavalerie compagnieën van 80 op 60 paarden (1) Res. S.G. 13 Januari 1674.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 161