155 „tich guldens, sonder mentie te maecken vande monture der Dragon ders, dewelcke jegenwoordich in dienst en op den staet van oorloge „waren geexpresseert, ende dat se derhalven haer Ho. Mo. moesten „te gemoet voeren, dat tot redres van die missie, ende tot incoop van „peerden voor yder der voorschreve ongemonteerde Dragonders tot „aenritsgelt nae de juste proportie behoorde geaccordeert te werden de „somme van vyff en vyftich guldens minder als voor de recruetes was „gepetitionneert, sijnde de laetstgenoemde somme het beloop vant „werffgelt voor een man te voet, bedragende int' geheel over vier- „hondert veertich koppen de somme van vierentwintich duysent twee „hondert gulden. Dat het voorschreve regiment gerepartieert staende „op de provincie van Hollandt, hares erachtens, onder het welgevallen „vande Bondtgenoten de voorschreve somme op het aldergevoech- „lyckste voldaen soude connen werden uyt de geltposten tot egalisatie „by den extraordinaris staet tot laste van deselve provincie van Hol- „landt uytgetrocken, ende mitsdien de voorschreve post ter concur rentie vande voors. somme vermindert". De consenten op beide sta ten van oorlog kwamen tydig binnen met uitzondering van Groningen en Zeeland; Friesland verklaarde zich als vroeger tegen de 200 man voor de West-Indische Compagnie en klaagde over verkeerdelijk gere- partieerde compagnieën. De extra-ordinaris staat was door Holland voorlóopig voor zes maanden aangenomen, ingaande op 1 Januari; in Augustus verlengde de provincie haar toestemming voor de volgende zes maanden, onder voorwaarde dat de recruteering der compagnieën op Zeeland binnen zes weken zou zijn bewerkstelligd (1). Staten van oorlog voor 1683. De generale petitie van 8 December 1682 stelde voor om geen ver andering in de vorige staten van oorlog aan te brengen. Echter kon de extra-ordinaris staat verminderd worden met de werfgelden en de voor recruteering vereischte sommen. De summa grossa voor de nieuwe sta ten van oorlog kwam zoodoende op 781.05716189.24914 9!/3= 920.307109>/3. De petitie gaf te kennen, dat Zeeland en Groningen nalatig bleven in het recruteeren en in het voldoen der pos ten tot egalisatie der quote; ze vestigde voorts de aandacht er op, dat 't niet voldoende was om te consenteeren, maar dat ook moest worden afgerekend. Wanbetaling veroorzaakte een „sonderlinge inegaliteyt „ende disproportie onder de gesamentlijcke Bondtgenooten int draegen „van de Lasten tot stuur van ons Lieve Yaderlandt ende bijgevolge „subject geeft tot dissentien ende contestatien, dewelcke niet weijnich „commen te luxeeren ende te labefacteren den bandt van eenigheyt". Even als in het vorige jaar, consenteerde Holland in den extra staat op twee tijdstippen, telkenmale voor zes maanden. De provincie ver- (1) Res. S.G. 11 December, Res. H. 30 December 1681, Res. R. v. St. 7, 23 Januari, Res. S.G. 3, 9, 17, 23 Januari, 21 Maart, Res. H. 15 Januari, 4 Juli, 22 Augustus 1682.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 175