175
Wedde en Westwoldingerlandt. Drost sinds 1670. Berent Aldringa.
Valkenburg Lucas Willem van Isselmuden, lieer tot Swollin-
gekcamp, drost sinds 1669, werd bij acte van zijn Hoogheid d.d. 5
October 1679 opgevolgd door Volckert van Oudshoorn (1).
Daelhem en 's -Hertogenrade. Filips Jacob van den Boetzelaer,
heer van Asperen, drost sinds 1661, kreeg bij actie als voren Cornelis
van Aerssen, heer van Wernhout tot opvolger (1).
B. HOOGERE BEVELHEBBERS; HOOFDEN VAN JUSTITIE.
a. Kapitein- en admiraal-generaal van de Unie.
Nadat op 8 Juli 1672 Prins Willem III tot kapitein- en admiraal-
generaal der Unie was benoemd, volgde den 20sten April 1674 de
opdracht van Hunne Hoog Mogenden tot het erfkapitein- en admiraal
generaalschap der Vereenigde Nederlanden. Traktement 10.000 per
maand (2). De opdracht geschiedde na een voorstel van de Staten van
Friesland d.d. 30 Maart te voren, waarin zij de aandacht vestigden op
den voorspoed van de Republiek onder de prinsen van Oranje, op den
daarop gevolgden tegenspoed sinds het overlijden van prins Willem II
en op den herleefden voorspoed onder prins Willem III. Vreemd ge
noeg ontkenden dezelfde Staten met die van Groningen, dat zij den
Prins ooit als kapitein-generaal hadden erkend.
b. Provinciale bevelhebbers (3).
Gelderland.
25 April 1679. Graaf Otto van Limburg en Bronkhorst, heer tot
Stirum; overleden 27 Augustus 1679.
1679. Armand Nompar de Caumont de la Force, markies van Mont-
pouillan.
Utrecht.
24 November 1673. Graaf Willem Adriaan de Hornes, commandant
te Utrecht.
25 April 1674. Johan van Beaumont, commandant te Utrecht.
25 April 1674. Graaf Otto van Limburg en Bronkhorst, heer tot
Stirum, gouverneur van Gelderland, Utrecht en Overijssel.
3 Mei 1674. Dezelfde, commandant over de militie in genoemde drie
provinciën, waarbij zijn gouverneursschap van Utrecht en Over
ijssel verviel.
(1) Comm. S.G. 26 October 1679.
(2) G.P.B. III 127, Comm. S.G. 20 April 1674.
(3) De data van benoemingen door Zijn Hoogheid zijn meerendeels geboekt in N° 1392,
archief van den Raad van State.