177 Wegens gemis van een register der door den Prins verleende acten, kon een betrouwbare lijst van brigadiers bezwaarlijk worden samenge steld. De hieronder vermelde benoemingen van 23 September 1675 en 20 October 1683 geschiedden onder protest der Staten van Friesland en Groningen, zijnde buiten hun voorkennis gedaan. Bij resolutie van 17 Januari 1668 hadden Hunne Hoog Mogenden aan de luitenant-gene raals, dienstdoende te velde, een extra-traktement van 500 ter loo- pende maand toegekend. Op een door de generaal-majoors in 1688 in gediend verzoek om, in verhouding met de luitenant-generaals, bij diensten te velde 250 in plaats van 150 extra te ontvangen, volgde pas veel later een beslissing (1). Zie tabel op pag. 178 en 179. e. Adjudanten-Generaal (2). Sinds 1672 toegevoegd „omme in expeditie te velde geemployeert te „werden": 1° van Zijn Hoogheid Comm. 28 September 1673 sinds 1 Juli. Alexander Colyear. Comm. 10 Februari 1685 sinds Januari 1682. Willem Frederik van Nassau-Zuylenstein. 2° Van prins Hendrik Casimir 25 April 1684 verzochten de Staten van Friesland den Prins om een adjudant-generaal over de militie der provincie te kiezen; pas in 1689 volgde een benoeming. 3° Van veldmaarschalk prins Johan Maurits van Nassau-Siegen Comm. 7 April 1673. Willem Elphinston. Comm. 22 Augustus 1673 sinds 15 Mei: Philip Ernst Vegelin van Claerbergen. C omm. 4 Mei 1674 sinds 1 Januari. Johan de Coene, heer van Lohe. o Comm. 21 Januari 1676 sinds 24 Mei 1674. Samuel de Lannoy. 4° Van veldmaarschalk Paulus Wirtz Comm. 21 Januari 1673. Willem van Heuckelom. 5° van veldmaarschalk vorst van Waldeck Comm. 24 Januari 1673 sinds 1 October 1672. Hans Jacob Schedel. Comm. 4 Juli 1673 sinds 1 October 1672. Willem Steffen de Quadt van Murmter. Comm. 24 Februari 1673 sinds 12 November 1672. Theodor Leu- RER. (1) Res. S.G. 20 October, 16 November 1688. (2) Tot en met die van de veldmaarschalken. Zie Aanteekening N° 38. VI 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 197