189 kleuren en andere bijzonderheden waren overgelaten aan de comman danten. De gardes du corps van prins Willem III bereden witte paarden. De kleeding was „de drap cramoisi rouge, de bleu pour la doublure des „juste-au-corps et pour les parements, de chamois pour les camisoles, de „bleu pour les chabraques et housses de pistolets". Borst en rug van de kasak waren versierd met 's Prinsen naamcijfer: een in goud gebor duurde W met prinselijke kroon. Het regiment gardes van den Prins droeg ongeveer de omgekeerde kleuren; borst en rug eveneens versierd met 's Prinsen naamcijfer. Het overgroot benoodigde aantal paarden, te putten uit een beperkt grondgebied, maakte dat de eischen niet te hoog gesteld mochten wor den. De waarde der cavalerie lag voornamelijk in de mogelijkheid eener snellere verplaatsing naar vergelegen terreindeelen en in grondiger uit te voeren verkenningen dan van infanterie gevergd mocht worden. B. REGIMENTSVERBAND. Buiten de compagnie gardes du corps van prins Willem III (N° 19) en een compagnie gardes van Holland, welhaast tot een gewoon regi ment (N° 9) gereorganiseerd, bestond het wapen op 1 Januari 1673 uit 23 regimenten, in den regel elk van 6 compagnieën. Bij de reductie, van 1678 en 1679 kwamen de regimenten, behalve de gardes van den Prins, hoogstens op 3 compagnieën. In 1685 kreeg ook de stadhouder van Friesland een compagnie gar des du corps (N° 22), terwijl in 1688 een nieuw regiment (N° 18) tot stand kwam. Toen in 1688 een deel der cavalerie zou deelnemen aan den tocht naar Engeland, wees men daarvoor 40 compagnieën aan, zonder op het regimentsverband te letten, zoodat een grondige herziening moest vol gen. Ook verhinderde het overhaaste vertrek de recruteering van 22 paarden bij die compagnieën in toepassing te brengen. Traktement van de regimentsstaven per maand van 32 dagen (2), bedroegen in oorlogstijdkolonel£300, majoor £80, adjudant £4715, chirurgyn £2056, kwartiermeester £57180, provoost £23 68; in vredestijd: kolonel der garde 300, andere kolonels 200, majoor der garde 80, andere majoors 60. C. GENEALOGIE DER KORPSEN. Gerangschikt volgens de repartitie der compagnieën van de kolonels op den staat van oorlog voor 1689. Vóór 1675 waren de compagnieën uit sluitend gerepartieerd op Holland, Zeeland, Friesland en Groningen. (1) G.P.B. III 201.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 209