X No. 23. Het Friesche regiment (1). 1673 regiment Nassau-Friesland.
199
Majoors.
Sinds 1671. Johan Albrecht graaf van Schellart, heer van Door-
werth; 1674 kolonel van het regiment No. 1.
Comm. 30 Maart 1674, Timan Johan van Lintelo, te voren bij
No. 24, gaat over naar No. 2.
1675. Herman Schaep tot den Dam; te voren majoor bij het regi
ment No. 16. 7 Mei 1677 gesneuveld bij Montcassel.
Comm. 22 September 1677, sinds 29 Juni. Floris Karel van Beyeren
Sohagen, graaf van Warfusé; 1684 kolonel van het regiment
No. 6.
1685. Robert van Ittersum, heer van Nyenhuys, landdrost van
Salland; zonder traktement; zijne compagnie was op Overijssel.
O. 1705.
Repartitie van Friesland.
No. 22. Gardes du corps van den stadhouder.
Res. Friesl. 21 Februari 1685. De staten van Friesland bieden prins
Hendrik Casimir de machtiging aan tot oprichting van het
korps.
Res. Friesl. 18 April 1685. De prins heeft het recht tot aanstelling
van de officieren.
Kolonels.
Sinds 1668. Ernst Willem van Haren,. G. 13 December 1623; O.
15 Augustus 1711.
Res. Friesl. 21 November 1673. Majoor Doüwe van Gbovestins voor-
loopig belast met het bevel.
Res. Friesl. 20 December 1673. Prins Hendrik Casimir. G. 18 Januari
1657; O. 15 Maart 1696.
Kolonels-commandant.
Comm. 22 Maart 1674, sinds 5 Juli 1673. Florens Otto Hendrik
vrijheer van Bylandt-Palsterkamp, baron van Reydt; 1678
rijksgraaf; te voren .majoor bij het regiment No. 25.
Comm. Friesl. 13 Maart 1677. Maerten van Dockum (2).
Comm. 27 April 1688. Douwe van Grovestins; te voren majoor bij
het regiment No. 25.
Majoors.
Sinds 1672. D. van Grovestins; 1673 over bij het regiment No. 25.
(1) Zie Deel V bladzijde 434.
(2) M. van Dockum heeft de betrekking niet aanvaard; hij ging ,als majoor over naar het
regiment N° 7. Bylandt-palsterkamp bleef kolonel-commandant tot 1688 (Res. Friesl.
5 April 1688).