•200
Comm. 13 Maart 1675, sinds 22 Februari. M. van Dockum.
Comm. 30 November 1677. Bernard van Bulow. De Staten van
Friesland namen deze benoeming niet aan en uitten hunne ver
wondering dat „seeckeren Berent Bulo" als majoor van het
regiment te paard van Zijne Vorstelijke Doorluchtigheid op den
staat van oorlog was gesteld „sonder de minste preallable kennisse
„daer aff aen dese provincie te geven, hetwelck alsoo met desselffs
„vrijheyt ende oude practycque is strijdende"zij bepaalden „daer
„inne bij nadere nomminatie te voorzien". Bulow werd geplaatst
bij het regiment No. 15.
Comm. 25 Maart 1678, sinds 22 Februari. Maurits Lodewijk baron
VAN IsSELSTEIN.
No. 24. Oud 6de regiment der lichting van 7 Maart 1671 (1).
Kolonel.
Sinds 1671. Ignatius van Kingma; zonder traktement.
Majoors.
Sinds 1671. Timan Johan van Lintelo van der Eese; 1674 over bij het
regiment No. 2.
Res. Friesl. 18 November 1673. Hendrik van Sandra.
Bij Comm. R. v. St. 11 Juni 1686 ging de vaan van kolonel
Kingma over op Douwe Karel van Unia. De Raad van State
beging de vergissing den naam van Unia als kolonel onder de
compagnie en op den staat van oorlog te plaatsen, waartegen de
staten van Friesland opkwamen; zij bleven Kingma als kolonel
erkennen, doch zijn regiment werd niet hersteld (2).
\No.25. Oud 11de regiment der lichting van 4 Februari 1672 (3).
Het regiment werd na den vrede van Nijmegen niet hersteld.
Kolonels.
Sinds 1672. Johan George vrijheer van Schwartzenberg en Hohen-
LANSBERG.
Comm. 3 Januari 1676, sinds 24 Juli 1675. Jarich van Burum.
Majoors.
Sinds 1672. Florens Otto Hendrik van Bylandt tot Palsterkamp,
baron van Reydt; 1673 kolonel-commandant van het regiment
No. 23.
Res. I riesl. 8 Maart 1674. Douwe van Grovestins; te voren majoor-,
in 1688 kolonel-commandant van het regiment No. 23.
Comm. 20 April 1675, sinds 19 Maart. J. van Burum.
(1) Zie Deel V bladzijde 435.
(2) Res. S.G. 20 April 1688.
(3) Zie Deel V bladzijde 437.