202 D. DRAGONDERS. a. Overzicht. Op het einde van 1072 waren alle de in dit jaar aangeworven com pagnieën dragonders gerepartieerd op Holland en verdeeld in twee regimenten van 8 compagnieënCoerlandt en Brandt en 4 zelfstandige compagnieën, alle ter sterkte van 100 hoofden. Holland stelde 2 zelfstandige compagnieën, vroeger door Drente afgewezen, ter beschikking van prins Willem III (1). In 1676 voegde de Prins ze bij het van hertog Frederik Casimir van Coerland overgenomen regiment, waardoor het regiment gardes-dragonders ad 10 compagnieën tot stand kwam: een regiment, hetwelk steeds bere den bleef. De 2 andere zelfstandige compagnieën werden in 1673 samengevoegd tot een dubbelcompagnie of eskadron van 200 dragonders onder gene raal graaf Walrad van Nassau-Sarbkucken (Usingen). Nadat in September 1678 alle compagnieën met 2 man waren ver minderd (2), stelde de Raad van State bij de petitie van 6 Januari 1679 voor om de dragonders van Nassau en het regiment Brandt te casseeren, de compagnieën gardes-dragonders op 86 hoofden te redu- ceeren. Alleen de dragonders van Nassau kregen ontslag: reeds op 16 Januari ontving de Prins van Oranje machtiging om het regiment Brandt op verminderde sterkte aan te houden. Dientengevolge kwa men op den staat van oorlog van 1680: de compagnieën gardes dra gonders ad 86, het 2e regiment met 8 gedemonteerde compagnieën van 55 hoofden, welke ingevolge de petitie van 11 December 1681 eveneens op 86 hoofden werden gebracht. De bedoeling zat daarbij voor om ook het 2e regiment bereden te maken, doch de Raad van State had verzuimd daarvoor een post uit te trekken, waarin een extra-petitie van 24.000 moest voorzien. Toen de uitbreiding van 11 December 1681 niet langer noodig werd geoordeeld, verklaarde Holland de acht op 55 hoofden gereduceerde en weder gedemonteerde compagnieën van het 2e regiment slechts tot einde 1684 te willen aanhouden. Toch bleef het regiment bestaan en werd zelfs weder bereden gemaakt. Om de remonte-kosten voor 440 dragonders te vinden, de aanschaffing van een paard op£ 55 berekend, moesten 65 compagnieën ruiters met een trompetter en een ruiter worden verminderd, hetgeen op den staat van oorlog voor 1685 ten uitvoer kwam. Op 5 October 1688 werden de 8 compagnieën van het 2e regiment weder met 31 paarden vermeerderd, zoodat toen in 't geheel 18 com pagnieën ad 86 paarden aanwezig moesten zijn. Bij resolutie van 25 (1) Zie Deel V bladz. 268, 280 en 137. (2) Seer. Res. S.G. 26 Juli, 4 Augustus, petitie dd. 12 September 1678.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 222