205
Luitenant-kolonels.
Comm. 13 April 1672. Cornelis Monius van Bedtbuyr.
Comm. 8 Februari 1674. Jacob Willem Stuart.
Comm. 26 Juni 1676, sinds 1 Mei. Christoffel Albrecht van
Comm. 26 Januari 1677. C. E. van der Gröben.
Comm. 1 Mei 1680, sinds 1 Maart. Fabian van Dargowitz.
Comm. 3 Januari 1684. E. C. van Marwitz.
Comm. 2 Februari 1688. Christoffel van Schlippenbach.
Majoors.
Comm. 13 April 1672. Jacob Willem Stuart.
Comm. 7 Januari 1675, sinds 1 Juli. 1674. C. A. van Schleiben.
Comm. 15 Juni 1676, sinds 1 Mei. Abraham van Eppinger.
Comm. 4 December 1676, sinds 7 September. C. E. van der Gröben.
Comm. 26 Januari 1676. F. van Dargowitz.
Comm. 3 Juni 1680, sinds 27 Maart. MathurinBlandin de Duchesne.
E. GUIDES.
In 1673 achtte prins Willem III het bezit gedurende den oorlog van
een compagnie guides als een „absolute necessiteyt" (1). De Raad van
State diende daarvoor een petitie in van 24.215-4-91/7, waarvan
6000 voor aanritsgeld, verder 2096 ten 42 dagen. De samenstelling
bestond uit 1 ritmeester, 1 luitenant, 1 kwartiermeester, 3 korporaals,
1 schrijver, 53 ruiters, te zamen 60 hoofden met 60 paarden (2). Dat de
betaling niet vlot ging, bewezen Zeeland en Groningen, welke provin
ciën in 1675 nog resp. 2617110 en 703129 ter zake de
oprichting schuldig waren (3).
Ritmeester-commandant.
Comm. 7 Februari 1673. Wichman van Neykerck.
Comm. 18 December 1675. Robbert Oblet.
In 1678, bij intrede van den vredestoestand, werd de compagnie
gelicentieerd, de ritmeester gereformeerd, d.w.z. op wachtgeld gesteld
zulks „in consideratie vande sonderlinge en groote diensten bij hem
„Oblet, ende desselffs voorn, onderhebbende compagnie aen den Lande
„gedaen, soo in haere qualiteyt van Guides, als oock ten reguarde van
„Contschappen ande andere secrete diensten" (4).
ScHLEIBEN.
(1) Res. S.G. 7 Februari 1073.
(2) Res. R. v. St. 17, Res. S.G. 19 Februari 1673.
(3) Res. S.G. 10 Mei 1675.
(4) Res. S.G. 2 April 1689.