217 der provincie verkozen evenwel in de algemeene kosten niet bij te dra gen en een eigen weg te volgen. Zij benoemden Jean Guichard, mar kies van Peray, tot kolonel over alle in hun gewest aanwezige ge vluchte Fransche militairen. I)e Raad van State stelde zich tevreden met de afgifte aan Guichard van een extract van het formulier zijner eedsaflegging in plaats van een commissie (1). d. Reglementen en bewapening. De „Militaire Ordres van Syne Hoogheydt den Heere Prince van „Orange" (2) getuigen van 's Prinsen zorgen voor het houden van het leger in slagvaardigen toestand, onder handhaving eener strenge krijgstucht. De volgende exercitie-reglementen en voorschriften gin gen uitsluitend het wapen der infanterie aa.n. D.d. 19 Mei 1674. „Ordres Soo in het Leger van yder Regiment sul- „len geobserveert werden" behandelende de eerbewijzen, de plaat sing van officieren in de gelederen en de bewapening. „Den Capiteyn „sal een Piecke, de Lieutenant een Bartisaen, de Vendrigh, sijn Vaen- „del niet hebbende, sal een halve Piek dragen. Alle officieren tot Ven- „drigh incluys, sullen Ringhkragen dragen, d'eene different van den „anderen" (3). De piek van den kapitein was lang 10 voet (ruim 3M.) de sponton of partisaan van den luitenant 5 voet. De sergeanten droe gen een hellebaard; de korporaals waren gewapend als de soldaten, bovendien voorzien van een stok. D.d. 22 December 1674. „Ordre waer nae Sijne Hoogheydt wil dat „al de Collonels ende Officieren haer sullen hebben te reguleren" be vattende de verplichtingen van den kolonel en zijne kapiteins. Bij elke compagnie moesten zich bevinden 20 grenadiers „omme geduyrende „de aenstaende campagne in occasie te komen dienen". Volgens vorige voorschriften was het musket geboord op 10 kogels in het pond (4), thans was het kaliber verkleind tot 12 kogels in het pond, zoodat de forket kon vervallen. Elke compagnie moest voorzien zijn van 20, „Snaphanen-Sloten", waarbij een kunstmatige vuursteen werd gebruikt, ingericht „om in occasie op Musquetten te konnen geappliceert wer- ,,den", voorts van „een goede en bequame Handt-Moolen". Bij het re giment moesten aanwezig zijn „de noodige quantiteyt van goede „Chirurgijns, ten minsten tot het getal van ses, benevens een Chirur gijn Major" (5). (1) Comm. R. v. St. 2-1 Maart 1688, sinds 18 Februari 1687, Res. Gron. 3/13 September, Res. R. v. St. 22 September 1687. (2) Gedrukt „In 's Gravenhage, Bij Jacobus Scheltus, ordinaris Drueker ten dienste van „Sijne Hoogheydt den Heere Prince van Orange". Gecontrasigneerd door Constantijn IIuygens. (3) Zie mede G.P.B. III184. De ringkraag droeg men slechts in den regel in diensten bij den troep. (4) Zie Deel IV bladzijde 352. (5) Zie mede G.P.B. III 187. Reeds in 1672 was het musket zonder forket bij de meeste korpsen in gebruik.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 237