219
bepaalde prins Willem III dat alleen het regiment gardes oranje
vaandels mocht voeren. Andere korpsen, die ze bezaten, moesten tot
wijziging overgaan. Zoo schreven gecommitteerde Raden van Hol
land's Noorderkwartier voor, dat de vaandels bij de regimenten te
hunner repartitie, onder de kolonels Matthys van Asperen van Hees-
wijk en Karel Manmaecker van Hofwegen „de couleur van
„dien, in plaets van Orange, blaeuw sal werden genomen, blijvende
„de decoratien in de respective vendels als voor desen, ten ware Hooch.
„gemelte Sijne Hoocht. daer omtrent eenige andere speculatien soude
„mogen hebben" (1). Een teekening, voorstellende een vaandrig van
het Friesche regiment te voet van prins Hendrik Casimir, vertoont
een vaandel van 17 horizontale banen blauw en geel, in 't midden
voorzien van het Nassausche wapen ("gele gekroonde staande leeuw en
blokjes op blauw veld) in een groenen lauwerkrans.
Kleeding.
Uniform beschrijvingen worden schaars aangetroffen. Elk regiment
behoorde uniform gekleed te zijn; de kleuren en de uitmonstering wa
ren overgelaten aan den kolonel en de kapiteins.
Een order van prins Willem III dd. 30 Januari 1675 voor zijn regi
ment gardes te voet (2), schreef het volgende voor: De soldaten zullen
gekleed worden als te voren en voorzien van breede lederen draagban
den, de hoeden met zwart galon in plaats van zilveren boordsel. De
nestelingen van Zijner Hoogheids compagnie zullen zijn in oranje kleur,
van den kolonel-commandant graaf Hendrik Trajectinus van Solms
in blauw en wit, van de overige kapiteins naar overeenkomst. De tam
boers en pijpers onderscheiden door breede lissen in plaats van passe
menten; hunne bandeliers van eenzelfde kleur. De sergeanten hebben
de mouwopslagen van blauwe trijp of Haarlemsch fluweel. Het musket
geboord op een kaliber van 12 kogels in het pond, de pieken gelijksoor
tig; alle soldaten voorzien van een goeden, langen stootdegen. De rok
ken der officieren van fijn blauw laken. De ringkragen van de kapiteins
zichtbaar gevoerd met blauw fluweel, van de luitenants met zwart,
van de vendrigs met wit.
Op 30 Juni 1681 verscheen een „Ordre ende Reglement, welcke S. H.
„verstaet dat bij de Regimenten te Voet punctuelyck na desen sal
„werden onderhouden", volgens welke het regiment gekleed moest
worden overeenkomstig de monsters „van 't Laecken en andere noot-
„saeckelyckheden" (3). Op 17 October 1686 volgde een „Ordre en Re
glement op het stuk vande Kleedinge der Infanterie". Om de twee
jaren moest kleeding worden uitgereikt van „goede en suffisante Car-
(1) Res. Gec. Raden Noorderkwartier 2 April 167G.
(2) Staatsarchief Wiesbaden M 671.
(3) Ree. Mil. I Num. 64.