A. VREDESONDERHANDELINGEN EN TRACTATEN. CONTRI- BUTIËN. KRIJGSTUCHT. ZIEKENVERPLEGING. BURGER- WlPENING. NIEUWE WERVINGEN. Reeds tegen het einde van 1672 bleek een algemeen verlangen naar vrede te bestaan, zonder dat de oorlogvoerende mogendheden aan wa penschorsing dachten. De marsch van het keizerlijk leger onder Raimond van Montbcucolli naar het Keulsche geschiedde onder voorwendsel om van keurvorst-aartsbisschop Maximiliaan Hendrik van Beieren te vernemen of hij genegen was zich te houden aan de be palingen van den Westphaalschen vrede, in welk geval Hunne Hoog Mogenden de beslissing omtrent Rijnberk aan de uitspraak van keizer Leopold I wilden overlaten (1). Frankrijk verklaarde, dat koning Lodewijk geenszins bedoelde „den ondergangh, maer de vernederinge van den Staet van Hare Ho. „Mo., ende ciaerdoor revenge had de gesocht van de veele affronten, die „Syne Majesteyt van deselve hadde moeten lijden". Hunne Hoog Mo genden oordeelden dat de Fransche krijgsvoering dat doel op vreemde wijze zocht te bereiken, want „dat den oorlogh daermede het den Co- „ninck van Vrankrijck belieft heeft deze Landen aen te tasten, door „Syne Majt ende volgens desselffs bevel op eene ongehoord ende meer „dan barbarische wijse wert gevoert, soo met het ruineren ende ver branden vande Huysen ende Dorpen ten platten Lande, als met het „vermoorden van stockoude ende onweerbare mannen, die men selffs „in het vuur heeft doen werpen, alsmede door vrouwen ende dochteren „op eene onmenschelijkce wijze te schenden ende schoffieren" (2). Karel XI van Zweden, in December 1672 meerderjarig geworden, had inplaats van zijn vader, koning Karel X Gustaaf, in 1660 over leden, de teugels van het bewind aanvaard. Hij bood zijne bemiddeling aan tot een vredehandel van de Republiek met de kronen van Frank rijk en Groot-Brittannië en met Christoffel Bernard van Galen, bisschop van Munster. De besprekingen vingen aan te Aken en werden in Juni 1673 voortgezet te Keulen. Cleve en Arensbergh ontvingen acten van neutraliteit, zijnde residentie-steden van de keurvorsten van Brandenburg en Keulen. Aangezien de gemeenschap der regeering te (1) Seer. Res. S.G. 2 Januari 1673. (2) Res. H. 8 Februari; Seer. Res. S.G. 9 Februari 1673.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 23