4 's-Gravenhage met hare gemachtigden niet over Utrecht kon geschie den, werden de posten verlegd over Antwerpen en Roermond (1). De onderhandelingen vlotten uiterst langzaam. Op 1 Augustus be gonnen te s'Gravenhage, in tegenwoordigheid van prins Willem III, ,,de deliberatien ende resolutien, die op het subject van de bewuste „vreedehandelinge staen genomen te werden". De provinciale advie zen waren tamelijk uiteenloopend; Holland stemde tegen afbreking, doch wilde niet aan alle gestelde eischen toegeven, vooral niet aan dien van afstand van Ylissingen met Rammekens als cautionnaire plaatsen aan Engeland, hetwelk zich vervolgens tevreden stelde met de souverei- niteit over Hellevoetsluis en Goeree, des noods met militaire bezetting van Goeree en Brielle. Koning Karel van Zweden beloofde alle po gingen in 't werk te zullen stellen om „een goede vreede" te verkrijgen, en zou „noch bij complaisance, noch bij conniventie" aanzien, dat Hunne Hoog Mogendheden „werden geruineerdt". In Augustus verklaarden de Staten alle Fransche en Britsche voorslagen onaannemelijk, doch men zou trachten Groot Brittannië tot een afzonderlijken vrede over te halen. In 't laatst van 1673 stonden de zaken zoodanig, dat met Groot Brittannië, ook met Keulen en Munster de vrede spoedig tot stand kon komen. Zulks geschiedde werkelijk het volgende jaar. Met Frankrijk daarentegen werden alle onderhandelingen afgebroken; de secretaris Christiaan Rumpf, die zich nog altijd te Parijs bevond, moest „op de „bequaemste ende civilste maniere sijn affscheijt versoecken" (2). Met koning Christiaan V van Denemarken, die in 1670 zijn vader Frederik III was opgevolgd, sloot de Republiek op 20 Mei 1673 een verbond als uitbreiding der tractaten van 1649,1657 en 1666, waarvan een geheim artikel Denemarken verplichtte om terstond in te grijpen, zoodra „eenig naburige Staet de Wapens voegt bij den vijant". Zulks sloeg op een mogelijk optreden van Karel XI van Zweden. Om verschillende redenen gingen Hunne Hoog Mogenden niet tot ratifica tie over; in 1674 kwam een nieuw verdrag tot stand (3). De verhouding tot Brandenburg en Brunswijk was inmiddels minder gunstig geworden. Keurvorst Frederik Willem nam in 1672 van hertog Karel III van Lotharingen 1200 ruiters en 400 soldaten in zijn dienst over en bracht zoodoende meer troepen op de been dan aanvankelijk was over eengekomen. De republiek schoot te kort in de afrekening, vooral was dit de schuld van Zeeland, Friesland en Groningen. Te vergeefs kwam de Brandenburgsche generaal Gerard Bernard von Pöllnitz te (1) Seer. Res. S.G. 13, 16 Januari, Res. S.G. 18, 20 Februari, 6, 12, 20 April, 20 Juni, Res. H. 28 Maart 1673. (2) Seer. Res. S.G. 29 Juli, 7 Augustus, 22 September, 4 October, 17, 24 November, 1, 8, 13 December, Res. S.G. 16 Augustus, 7 September, Seer. Res. H. 22 Augustus 1673, Seer. Res. S.G. 9 April 1674. (3) Seer. Res. S.G. 15 Mei, 16 Juni, 22 September, 3 November, 28 December 1673. In 1680 sloot Karel XI een huwelijk met Ulrica Eleoxora, zuster van Christiaan V.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 24