6
de zending der 1000 paarden als de storting van gelden achterwege.
Inderdaad maakten de Lotharingsche troepen een deel uit van het
leger, hetwelk keizer Leopold verplicht was te velde te brengen. Vol
gens een op 30 Augustus 1673 gesloten tractaat verbond de Republiek
zich, tot onderhoud van een keizerlijk leger van 30.000 man, maande
lijks ongeveer 45.000 rijksdaalders te storten (1).
Mede op 30 Augustus sloot de Republiek met koning Karel II van
Spanje „eene seer naeuwe Ligue defensive", tevens van toepassing
op de wederzijdsche bezittingen in de beide Indiën. Op 16 October
verklaarde Spanje den oorlog aan Frankrijk. Volgens het pas gesloten
verbond zou men elkander met alle macht ondersteunen. Artikel 18
gaf te.kennen: „Lesdits Seigneurs Estats promettent de plus de donner
„et ceder a Sa Majesté' Catholique la ville de Maestricht avec le Comté
„de Vroonhove et toute leur part dans le Pais d'Outre Meuse et les
„pretentions, qu'ils soutiennent d'avoir sur les villages de redemtion
„sans aucune réserve, en cas, que par l'engagement de Sa Majesté, en
„cette guerre et par le succes des armes communes ou autrement les
„affaires puissent estre menées en un point que lesdits Seigneurs
„Estats ne soient point obligés de sacrifier la ville de Maestricht ou
„quelque autre de leur Estat, qui leur est ou sera occupeé en cette
„guerre, pour parvenir a la Paix d'un commun accord" (2).
Ongerekend de kosten van den oorlog, eischten de verdragen groote
geldsommen, die ongetwijfeld in de Republiek aanwezig waren, maar
moeilijk los te krijgen. Elke provincie trachtte beneden hare quote
te blijven en zag nauwlettend toe op de handelingen harer bondgenoten.
Schoot de eene in hare verplichtingen te kort, dan volgde men pond-
pondsgewijze het voorbeeld. Een buitengewone, doch onzekere bron van
inkomsten vormden voor vriend en vijand de brandschattingen. De
Franschen maakten daarvan een ruim gebruik. In Maart eischten zij
in Utrecht hooge afkoopsommen voor het „raseren ende verbranden"
van huizen. De Staten generaal gaven daarom uitbreiding aan hun
plakkaat van 27 December 1672 en bedreigden de Fransche onderdanen
die binnen hun gebied heerlijkheden,woningen, huizen, landen of an
dere vaste goederen bezaten, met inbeslagneming en andere strenge
maatregelen (3).
De gouverneur van Maastricht ontving opdracht om met vigoureuse
„crychsiniddelen onder contributie te stellen, met exclusie van alle
„andere: Het stift Keulen, Munsterland tot aan de Marksche zijde op
„de Lip; Westphalen voor zoo veel onder Keulen ressorteert; Lotha
ringen, hertogdom Bar, proostdij van Ivois Theonville, pays Mef-
(1) Seer. Res. S.G. 11 Juni, 1, 11, Juli, 11 Augustus, 20 September, 28 November, 28 De
cember. Seer. Res. H. 27 Juli, 18 September 1673, Seer. Res. S.G. 12 Maart, 12, 19, 23 Mei.
19, 20 Juli 1671.
(2) Seer. Res. S.G. 21 Februari, 15 Mei, 17, 30 Augustus 1673.
(3) Res. S.G. 23 Maart, 1 April; G.P.B. III 248 dd. 1 April, III 249 dd. 6 Juli 1673.