251
No. 44. Regiment Rabenhaupt (1).
Kolonels.
Sinds 1672. Karel Rabenhaupt; 1673 kolonel van No. 43.
Comm. 11 November 1673, sinds 6 September. Arend Ludole Goc-
kinga; te voren luitenant-kolonel bij No. 42.
Comm. 23 November 1686, sinds 19 Juni. Barend Johan van Prott.
Luitenant-kolonels.
Sinds 1672. Aernout Huingha; 11 Augustus 1674 gesneuveld bij
Seneffe.
Comm. 13 November 1674, sinds 11 September. B. J. van Prott.
Comm. 23 November 1686, sinds 19 Juli. Feyo Sickinghe; te voren
majoor bij No. 42 (2).
Majoors.
Sinds 1672. B. J. van Prott.
Comm. 21 November 1674, sinds 16 September. Barthold Coenders.
Comm. 5 September 1678, sinds 15 September 1677. Luyrt Ludolf
Ripperda.
1679. Albert Jan van der Merwede (3).
Het regiment op Drente; in 1673 en 1674op Holland, (tot 1686 de trak
tementen der hoofdofficieren).
No. 45. Regiment Veerssen.
Kolonels.
Comm. Drente 6 December 1672, Comm. R. v. St. 1 Mei 1674, sinds
3 December 1673. Laurens van Veerssen; 11 Augustus 1674
gesneuveld bij Seneffe.
Comm. 5 December 1675, sinds 6 October. Willem ter Bruggen; te
voren luitenant-kolonel bij No. 19. De benoeming geschiedde door
prins Hendrik Casimir, onder protest van den prins van Oranje
dd. 3 Januari 1676, dat aan hem als kapitein-generaal van het
landschap Drente.de beschikking over de vacante plaats toekwam,
niet aan den prins van Nassau-Friesland als stadhouder.
Res. Drente 22 Maart 1681. Aan prins Hendrik Casimir de door het
overlijden van kolonel W. ter Bruggen vacant geworden kolo
nels- en kapiteinsplaatsen aangeboden.
Comm. 8 April 1681, sinds 22 Maart Prins Hendrik Casimir. Prins
Willem III verklaarde de vergeving van het regiment en de com
pagnie van wijlen kolonel W. ter Bruggen als „abusivelyck" te
(1) Zie Deel V bladz. 490. Op de Staten van oorlog voor 1687 en 1688 wordt bij de Compag
nieën Jacob Groothuys als kolonel genoemd.
(2) De Staten van Groningen wenschten Feyo Sickingiie als luitenant-kolonel te ver
vangen door Luyrt Ludolf Ripperda (Res, S.G. 10 April 1668).
(3) De Staten van Groningen wenschten Luyrt Ludolf Ripperda als majoor in plaats
van A. J. van der Merwede (Res. S.G. 13 Maart 1683, 4 Mei 1685).