'279 Edelluiden van het Kanon. Zij waren belast met het toezicht op het materieel en al wat daarbij behoorde; sinds 1677 geplaatst: 2 te Nijmegen, 1 te Breda, 's-Hertogen- bosch, Bergen op Zoom en Zutphen; te velde bereden (1). De meesten hunner bekleedden meer dan een enkele betrekking. Jan Boelofsz. Ckoon was tevens majoor van de bosschieters en vendrig der infanterie; Godefroy van Munninckhuysen was mede auditeur te Oudekerk. Gedurende den oorlog deden doctor Benjamin van Broeckhuysen, kapitein der ponten Johan van Erp, kapitein van de matrozen-hand langers Huybert van Houten, die tevens luitenant der infanterie was, en de kapitein der infanterie Hendrik Bouwers dienst als extra-or- dinaris edellieden. Officieren van het brugwezen. Alewijn van Halewijn, equipagemeester van de generaliteits- schipbruggen te Dordrecht kreeg in 1675 „vermits hoge ouderdom" Govert van Wesel tot opvolger (2). Johan van Erp werd bij Comm. 15 Juni 1673 opvolger van den brugmeester en kapitein van 's lands ponten Herman van Erp; hij had onder zijne bevelen: 1 luitenant, 10 korpo raals, 10 scheepstimmergasten, 40 pontgasten. De schrijver van de generaliteits schipbruggen en ponten Eduard Chatterton, na hem Johan van Eijssel, genoot 10 stuivers daags „als aen de ponten ge- hamert ofte geesquipeert wordt", bovendien 10 stuivers voor het hou den van toesiclit en 10 stuivers te velde (3). De kapitein van de storm bruggen Jan van Dam beschikte over 12 conducteurs. Willem Meesters bleef belast met de blikken ponten, Jan van Beeck met „de secrete „brugge", deze bestond uit houten ramen, overspannen met geteerd zeildoek. Ivapiteins-petardier. Comm. 4 Februari 1655. Joan Crequi de la Boche, tevens luitenant- kolonel der infanterie (4). Hij overleed in 1674. Comm. 12 November 1675. Hendrik Habenicht. Wagenmeesters-generaal over de wagens van het leger. Comm. 22 April 1672. Cornelis Ascanius van Sijpesteyn. Comm. 7 Juli 1673. Johan de Joncheere. Comm. 29 April 1684. Maerten Kip. Ingenieurs of fortificatie-meesters. Zij waren onderworpen aan het gezag van den meester-generaal der artillerie. De voornaamste onder hen was Daniel Wolf van Dopff (Comm. 8 Maart 1675, sinds 23 April 1674); in 1676 werd hij luitenant kwartiermeester-generaal, in 1687 kwartiermeester-generaal van de infanterie. (1) Res. R. v. St. 11, 19 Maart 1677. (2) Res. R. v. St. 22 Januari, 7 Februari 1675. (3) Res. R. v. St. 31 Januari, 22 Augustus 1675. (4) Zie Naamregister van Deel V.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 299