284 Onbruikbaar geworden vuurmonden werden meestal vergoten. In 1686 vond men onbekwaam ijzeren geschut: 's-Hertogenbosch:1 van 36 U3 van V1U5 van &Vé te Grave 2 heele kanons van 48 U Nijmegen 1 slang van 12 U Zutphen 2 halve kartouwen van 24 té1 slang van 12&f, 1 veldstuk van 12 U Sluis 2 halve kartouwen en 1 stuk van 2 U Sas van Gent 1 stuk van 12 en 1 stuk van 6 V6 Lillo 1 halve kartouw en 1 stuk van 6 U In laatstgenoemd jaar waren niet meer dan 12 heele kanons van 48 U ijzer voorhanden, en wel te Breda 7 stuks met 817 kogels. Bergen-op-Zoom 3 3692 Grave 2 0 Daarentegen lagen buiten gebruik, in het magazijn te Dordrecht 2000 granaten „in form van een eij" op kaliber van 24 Ï6die gediend had den bij de proeven van 1669 (1). De meeste goten geschiedden door den grofgeschutgieter Herman us Nieupoort te 's-Gravenhage; projectielen, vooral voor het garnizoen van Maastricht, verkreeg men meestal uit Luik (2). De Franschen bedienden zich tijdens het beleg van Grave van een nieuwe soort zware mortieren van 36 ïinaar den ontwerper „Commin- ,,ger" genaamd. Met een lading van 12 tot 18 U wierpen zij bommen van 275 Uvoorzien van 48 U springlading. D. UITVINDINGEN Kapitein Hendrik Heuok kreeg in 1675 octrooi van 15 jaren voor zijne „inventie van drie regiment ofte veldstucken op een affuit met „twee wielen en een borstweer, alles schootvrij voor een musquet of „carabijn; van een Paert getrocken en van één man gegouverneert „alsoo men met een schoot uyt dese Bagagekarren onder den vijandt „meer quaet kan doen als alle de Musquettiers van twee compag nieën" Jaspar van Erpicum ontving in 1679 octrooi van gelijken duur op een „inventie aan geschutcamers int groffgeschut soo van ijser „ofte metaal te gieten, waardoor met minder lading dezelfde uitwer king als nu met volle lading" (3). In 1678 deed Thomas Butler, graaf van Ossory, een aanbod na mens prins Rupert van de Paltz nopens een uitvinding, toe te passen "op ijzeren kanons en mortieren, tegen een vergoeding van 45 sterling per ton; het wezen der uitvinding bleef onverklaard (4). (1) Res. R. v. St. 10 Januari 168G, Staatsarchief Wiesbaden M. 675; Deel Y bladz. 511. (2) Res. R. v. St. 19 Januari 1682, 12 April 1685, 21 Februari 1686, 24 December 1687, 2 Maart 1688. (3) Pamflet 10825, 10826. Res. S.G. 12 Mei 1675, 26 Juli, 11 September 1679. (4) Res. S.G. 21 September 1678.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 304