301
met het erfstadhouderschap hunner provincie (5/15 November 1675),
de Overijsselsche leenrechten in Lingen en Bentheim aan.
Drosten (1).
Sinds 1632. Butger van Haersolte en Overveen, heer van Staveren.
Acte 22 Januari 1675. Hans Willem Bentinck.
Meurs.
In de oorlogen van Lodewijck XIV met de Bepubliek bleef het
graafschap Meurs neutraal. Evenwel in 1678 veroorloofden zich de
Franschen om de stad te bezetten (2).
Op 14 November 1688 kwam een verdrag tot stand, waarbij Bode
wijk XIV de neutraliteit toestond onder voorwaarde, dat de Bepu
bliek geen contributiën zou heffen in de bezittingen van het Huis
Furstenberg, geen wervingen in het graafschap zou laten doen en de
bezetting van Meurs beneden 400 man bleef. Daarentegen erkende de
Bepubliek de neutraliteit van het prinsdom Stavelot en Malmedy (3).
Commandeurs.
Sinds 1669. Pieter van Someren van Vrijenes, majoor der infan
terie.
Comm. 4 November 1688. Hieronymus van Someren van Vrijenes.
De Oost-Friesche bezettingen.
Emden.
Commandeurs (4).
Comm. 27 April 1673. Ernst van Stolzenberg, kolonel der infanterie.
Comm. 20 Januari 1677. Gerrit van Amama, kolonel der infanterie.
Comm. 18 December 1677. Feyo van Heemstra, kolonel der infanterie.
Leeroord.
Commandeurs.
Sinds 1656. Budolf Sygers.
1677'. George Maurits van Inn- en Ivnyphausen, luitenant-kolonel
der infanterie.
Comm. 23 Augustus 1678, sinds 29 Juli. Willem Allart Clant.
Dijlerschans
In 1672 liet Ciiristoffel Bernard van Galen, bisschop van Munster,
de schans slechten (5).
(1) Nassausche Domeinen N° 566 (algemeen rijksarchief).
(2) Zie bladzijde 116.
(3) Seer. Res. S.G. 28 December 1688, Res. S.G. 21 Januari 1689. Res. S.G. 22 Maart 1702.
(4) Ingevolge bet Haagsche accoord van 1663 kon de benoeming tot commandeur ge
schieden door burgemeesters en raden van Emden, mits onder bevestiging van Hunne
Hoog Mogenden (Res. S.G. 28 Mei 1690).
(5) Zie Aanteekening No. 45.