316
Isidore de la Cueba y Benavides, markies van Bedmar en As-
sentar, graaf van Villanuova, was van 1701 tot 1704 Spaansch gouve-
neur der Zuidelijke Nederlanden. Evenwel kan ook bedoeld zijn
Ferdinando de Aouma, markies van Assentar, mestre de camp, die
in den slag sneuvelde.
AANTEEKENING N° 7 (bladzijde 32).
De Franschen voerden hunne krijgsgevangen gemaakte Staatsche
soldaten naar Orleans. Velen hunner wisten met Duitsche lotgenooten
naar Barcelona en Alicante te ontsnappen, waar zij de gelegenheid
afwachtten om met Engelsche of andere neutrale schepen herwaarts
terug te keeren. De met rantsoen vrijkomenden moesten te Havre de
Grace worden afgehaald, waarmede een lange tijd gemoeid ging,, want
„sonder genoghsame penningen" vielen geen schepen te huren en kost
geld te betalen. Op 27 Juli 1675 kwamen 711 man te Vlissingen aan,
waaruit terstond 150 man tot aanvulling van het regiment mariniers
van kolonel George Johan van Weede van Walenburg werden
gekozen. Nog in Juni 1676 hadden transporten naar Zeeland plaats.
Volgens het door Mr. Johan Pesters op 21 Mei 1675 met d'Estrades
gesloten cartel, hadden in 't begin van 1676 de Franschen nog te vor
deren
rantsoen van Officieren, te korten op
hun traktement859078
rantsoen van soldaten525710
mondkosten voor verschillende per
sonen1765— 1 7248—16— 0
verstrekt behoeften aan soldaten 2265
waarbij later nog werden gevoegd voor
gereformeerde officieren van ver
schillenderegimenten„1147
voor gereformeerde officieren van de
gardes364
-12
voor soldaten van de gardes6910
Voor een luitenant op de repartitie van
Drente50
7518-17-12
270- 1
12
16.109- 5-3
In de schuld van 75181712 bedroeg het aandeel van Holland
62651512. De provincie wees daarvoor de penningen aan, welke
zij van Oost-Friesland had te vorderen: alweder een wissel op de toe
komst (Bes. S. G. 4, 22 April, 24 Mei, 1, 18, 20,22, 27, 28, Juni, 4-, 6, 7,
13, 18, 31 Juli, 8 Augustus 1675, 24 Januari, 27 Februari, 7 Maart,
Res. R. v. St. 23 Juni 1676).