14
was op 23 Januari overleden, op 19 Juli in den dood gevolgd door den
commandeur, kolonel Lewis Erskine. De nieuwe waardigheidsbe
kleders, generaal-majoor Jacques de Pariaux als gouverneur, kolo
nel George Johan van Weede van Walenburg als commandeur,
beschikten over het volgende garnizoeninfanterie, de regimenten van
prins Johan Maurits van Nassau, onder bevel van luitenant kolonel
Johan van Paffenrode,
Fariaux onder bevel van luitenant-kolonel William Sandilands,
Kirkpatrik onder bevel van luitenant-kolonel Ti-iomas Livingstone,
Asperen-Heeswijk onder bevel van luitenant kolonel Johan
Hendrik van Mario,
Manmaecker-Hofwegen onder bevel van luitenant-kolonel Andries
Commersteyn, voorts van de kolonels Johan van Beaumont, Fer
dinand Cary en Willem Brembt in 't Ven, benevens een compagnie
grenadiers en een compagnie mineurs; cavalerie: de regimenten van de
kolonels Alexander van Welle, Johan George van Schwartzen-
berg en Joseph van Catzler;
aan Spaansche hulptroepen: hef infanterie regiment van don Mario
de Orilla (Italianen), 20 gereformeerde officieren van prins Karel
Hendrik van Lotharingen-Vaudemont (1), de cavalerie-regimenten
van Karel Diederik Otto, Wild- en Rijngraaf van Salm, en van
Eugenius de Montmorency, prins van Robecq, markies van Mor-
becque. Bovendien machtigden Hunne Hoog Mogenden den Prins van
Oranje om desgewenscht 2000 paarden van hertog Karel van Lo
tharingen binnen Maastricht te leggen, welke troepen van Staatswege
alleen logies en fourage zouden genieten.
Het beleg nam op 16 Juni een aanvang. De graafarbeid geschiedde
door 20000 Luiksche boeren, onder belofte van een schelling en een
ammunitie-brood daags. Van 24 tot 28 Juni grepen bloedige gevechten
plaats, waarbij de Staatsche officieren grooten moed en dapperheid ten
toon spreidden160 hunner lieten het leven, onder wie de kolonel Cary,
de luitenant-kolonels Paffenrode, Sandilands, Commerstein, de
kapiteins Charles Drost, Frans Puckler, Jacob van Imbyze en de
kapitein der grenadiers Gillis van Bergen, voorts de majoors der
cavalerie Adam van Plasburg en Hans Jacob van Eppinghen. Op
30 Juni gaf de stad zich over. Het verlies was „wel seer considerabel",
maar men liet „de goede hoope ende moet" niet varen. Volgens de ca
pitulatie zou de koning het gezag deelen met den prins-bisschop van
Luikhet garnizoen trok uit met bagage, twee kanonnen, een mortier,
vliegende vaandels, slaande trommen, een behoorlijke hoeveelheid
munitie, 16 schuiten tot vervoer van gekwetsten, benevens een aantal
karren voor de bagage. Koning Lodewijk benoemde Louis Godefroy
d'Estrades tot gouverneur, met behoud van zijn gouvernement Duin
kerken. Bij de op 6 Juli te 's Hertogenbosch gehouden monstering van
(1) Zoon van hertog Kabel III van Lotharingen.