17 's vijands handelingen zoo goed mogelijk zou trachten te verijdelen. Doch nu deed zich het gezag van den Prins als admiraal-generaal gel den, hetwelk een einde maakte aan alle weifeling en vrees voor het dragen der verantwoordelijkheid. Na zijn bezoek aan het admiraals schip gelastte de jeugdige vorst eenvoudig: val-aan! Ten aanschouwe van Oranje op een der toppen van Kijkduin, ontwikkelde zich op 21 Augustus een der verwoedste, roemrijkste zeeslagen, welke eindigde met 's vijands vlucht, die voor goed de Nederlandsche kusten moest verlaten en alle plannen tot landing opgeven. De Prins en zijn luite- nant-admiraal-generaal hadden het vaderland gered! Tot de gesneu velden behoorden de vice-admiraals Isaac Sweers en Johan de Lief de, benevens de Engelsche vice-admiraal Edward Spragg. 't Dient erkend, dat prins Robert onvoldoende was gesteund door de Fran- schen: d'Estrees had, even als het vorige jaar, op last zijns konings een te voorzichtige houding aangenomen. De Ruyter beproefde om streeks half September den vijand bij zijn eigen kust een tegenbezoek te brengen, maar hevige stormen noodzaakten hem naar de vaderland- sche kusten terug te keeren (1). Nadat de Munsterschen en Keulschen het Huis Gramsbergen had den bemachtigd (15 Mei 1673), beproefden zij door opstuwing van de Vecht, het aanleggen van zware dijken met schansen enredouten, Coe- vorden te heroveren. Maar 't geviel anders. Op 20 Juli trok Raben- haupt met een kleine legermacht over de Zoute en de Zoete Eems en vestigde te Bonde zijn hoofdkwartier. Twee dagen later nam hij stor menderhand, met verlies van slechts twee soldaten de Nieuwe of Lang- akkerschans, de laatste sterkte in Groningerland in 's vijands bezit. Rabenhaupt bezette vervolgens de Boonenschansen- en Stoxterhorn- dijken, en verijdelde door onderwaterzettingen verdere aanvallende bewegingen des vijands, die over Vennebrugge op Ulsen, weldra naar Neuenhaus aftrok. In October braken hevige stormen den bij Grams- bergen aangelegden grooten dijk door, waardoor vele Munsterschen verdronken, de overigen gedwongen werden om Drente en zelfs enkele plaatsen in Overijssel te ontruimen (2). Prins Johan Maurits had inmiddels zijn hoofdkwartier te Heeren veen gevestigd. Hij had voor de in Friesland aanwezige troepen de ge- wenschte bewegingsvrijheid verkregen door de lastgeving der Staten dd. 28 Maart, dat de burgers en huisluiden „metten eersten op 't ge weer mogen gestelt ende paraet" moesten zijn om de soldaten af te los sen. Friesland was verder door onderwaterzettingen vrijwel tegen vij andelijke invallen gewaarborgd. Toen de prins vernam, dat de Munster- (1) Seor. Res. S.G. 30 Juli, I Augustus, Res. H. 25, 9, 11, 19 Augustus, 13 September, Res. S.G. 18, 27 September; G.P.B. III 221 dd. 24 April 1673, regeling van de verhouding tus- sclien zee- en landofficieren aan boord van oorlogsschepen. (2) Res. S.G. 2 Maart, 24 Jnli, 10, 13 October, Seer. Res. S.G. 23 Februari, 31 October S G Lias loopende dd. 12, 14, 28 Juli, 7 October 1673; Pamfletten 10737, 10738. VI 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 37