28
grenswijzigingen, verdedigingswerken, onderwaterzettingen en water
staatsbelangen worden geregeld. De Staten van Friesland, nimmer te
vreden met de door hunne provincie ingenomen plaats, volgende op
Utrecht, hoopten thans den voorrang op deze provincie te verkrijgen.
Op 20 April 1674 bepaalden de Staten-Generaal het weder intreden in de
Unie voor de drie provinciën en lieten de beslissing betreffende „het
dispuyt van rangh" over aan prins Willem III en prins Hendrik
Casimir. Op 27 December 1675 ontvingen Hunne Hoog Mogenden de
uitvoerig omschreven uitspraak der beide vorsten, welke aan Utrecht
als van ouds de „preseance onder de bondgenooten boven Friesland
toekende (1).
VEBING VAN GEAVE, ZEETOCHTEN NAAE DE FEANSCHE
KUST EN NAAE MAETINIQUE.
In Februari 1674 ontving de Eaad van State van prins Willem III
opgaven omtrent benoodigd geschut en ammunitie van oorlog voor den
aanstaanden veldtocht. De voorhanden magazijns-voorraden konden
daarin moeilijk voorzien. Aan voertuigen bestond „een werckelick
defect tot sonderlinghe ondienst van den Lande". Anthonio de
Machado verbond zich tot levering van 100 sterke Brabantsche wa
gens voor vrachten van 1500^ levensmiddelen, overeenkomende met de
beste soort als in de Spaansche Nederlanden in gebruik, elke wagen
„met suffisante raders, assen en langewagen," voorzien van een lan
gen disselboom, ijzeren remketting, houweel en bijl, de lading met zeil
doek gedekt; per wagen een voerman en drie sterke paarden, dienende
het derde paard „als reserve, by versterft off ongemack"; daarbij een
luitenant en eenige conducteurs op kosten van den aannemer; vergoe
ding per wagen 10 daags, bij verlies of buiten schuld onbruikbaar
worden voor een wagen 110, voor een paard 80. Bij de monstering
in Juni te Mechelen bleken enkele paarden onbekwaam om 1500 last
te trekken. Maarten van Sypestein, broeder van den overleden
wagenmeester-generaal Cornelis Ascanius, verbond zich tot de le
vering van 200 ammunitie-wagens voor vrachten van 1200&, tegen
overeenkomstige voorwaarden; per wagen een voerman, voorzien van
vier nieuwe lenseri, een houweel, een bijl, een smeerputs, een ijzeren
hamer, een spade en eenige spijkers, per 80 wagens een „aerdtwinde"
(windas) bij het geheel een luitenant, een smid, twee wielmakers, een
touwslager, per 20 wagens (18 geladen, 2 ledig) een conducteur. Boc-
hus van Wesel en anderen leverden 760 tochtpaarden tot bespanning
van het geschut, voor ponten, schepen, karren en wagens; elk paard
ouder dan vier jaar en 15 palmen hoog, voorzien van trektuig, behalve
D. DE VELDTOCHT
SLAG BIJ SENEFFE. VEEO-
(1) Res. S.G. 29 Januari, Seer. Res. H. 2 Februari, 4 Maart, Seer. Res. S.G."l6 Maart, 20
April 1674, Res. S.G. 27 December 1675.