36 trent de jongste krijgsgebeurtenissen in Vlaanderen, bij Seneffe en Oudenaerde. De veldtocht in de Spaansche Nederlanden kostte aan de Republiek ruim 30 millioen, door buitengewone belastingen en schat tingen op te brengen. De ambassadeurs van Hunne Hoog Mogenden kregen opdracht om de Keizerlijke en Spaansche Hoven onder het oog te brengen, dat „de wapenen van de hoochstgedachte geallieerden ditmael niet hadden ge- „hadt dat gewenschte succes, dat men billijck daervan hadde connen „hoopen". Het middel om in 't vervolg te ontkomen aan tegenslagen, als laatst veroorzaakt door den keizerlijken veldheer, bestond in de be noeming van een „Generael off cheff" over de verbonden legers. Hunne Hoog Mogenden bevalen vol vertrouwen den Prins van Oranje 'voor dat gewichtig ambt aan (1). Sinds langen tijd hielden zich de Franschen wederrechtelijk in het neutrale Luik op, hetgeen de Staten-Generaal bewoog om generaal- majoor Fariaux, gewezen gouverneur van Maastricht, als tegenmaat regel ook daarheen te zenden. De generaal vergde, wegens de door Keulen toegelaten wreede behandeling der gijzelaars, hooge brandschat tingen. De keurvorst-aartsbisschop van Keulen, tevens prins-bisschop van Luik kon op zijne klachten van de Republiek slechts de belofte verkrijgen, dat hare troepen zoo lang zouden blijven als de Franschen terwijl bovendien een aannemelijke neutraliteitsverklaring zou moeten worden gegeven. In Januari 1675 werden de regimenten van de kolo nels hertog Bernard van Sleeswijk-Holstein, Fagnari, de Man ger, Brodden, de Wagenem, Lutzow en Lange teruggeroepen om kort daarna te worden afgedankt. Generaal Fariaux vroeg in Juni ontslag uit Staatschen dienst, met den wensch om den veldtocht van 1675 nog in zijn rang bij te wonen (2). Het keizerlijke leger deed zich ook bij den oorlog in Duitschland door besluiteloosheid kenmerken. De Franschen, onder den beroemden vestingbouwkundige Sebastien le Prêtre de Yauban, maakten zich in Maart meester van Germersheim, waardoor Turenne de door Fran cis Michel i,e Tellier, markies van Louvois, bevolen verwoestingen ten uitvoer kon brengen. Op 16 Juni versloeg hij hertog Karel III van Lotharingen bij Sinzheim, doch werd door de nadering van Bournon- ville gedwongen om de Palts te ontruimen. De aan keurvorst Karel van de Palts beloofde hulp bestond uit 1502 man infanterie, 226 dra gonders en 811 ruiters, samen 2539 man, benevens 60 artillerie-bedien den met 6 veldstukken van 3 en 4 U6 karren en 4 wagens met mate rieel en ammunitie; op 25 October werden zij door Theodor van (1) Res. S.G. 30 October, 9, 10 November, Seer. Res. S.G. '29 October, 27 November 1674. (2) Res. S.G. 15 December 1674, 20 Februari, 11, 20 Maart, 1, 24, 29 April, 24 Mei, 2, 10 Augustus, Secr.-Res. S.G. 8 Maart, 4 26 Juni 1675.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 56