42
wijze bedankte de provincie voor verdere voorschotten. De noodzaak
van een „notabel supplement" verrastte de provinciën bovendien met
een supplementoire petitie van 600.000. Zijn Hoogheid verzocht
dringend, dat „naer behooren werde gefurneert ende dat effectivelijck,
,,ende in baren gelde" anders moest worden overgegaan tot „de uyter-
„ste remedie ende het executeren van de voornoemde nalatige Bont
genoten" (1).
De Raad van State sloot contracten met Jacob Pereyra en An
tonio Alvarez Machado tot de levering van roggebrood, graan en
150 brabantsche wagens voor levensmiddelen met 450 paarden.
Maerten van Sijpesteijn, wiens rekening over 1674 onbetaald wasge-
bleven, zou 200 ammunitie-wagens leveren, Isaacq Bessoa 600 tócht-
paarden. De op aanwijzing van prins Johan Maurits vervaardigde
40 ammunitie-wagens van nieuw model werden aanbesteed tegen
165ze waren rood geverfd, met Zweedsch ijzer beslagen en aan weers
zijden voorzien van het opschrift „Regiments Ammunitie" in zwarte
letters. Alleen voor de 26 regimenten infanterie met 827 compagnieën,
die van de Hollandsche troepen te velde zouden komen, waren 405
wagens benoodigd, d.i. één wagen per compagnie, drie wagens per re
gimentsstaf. De voerlieden hadden hun over 1672 verdiend loon nog te
vorderen, thans verlangden zij contante betaling, opdat zij'„bij faute
„van dien met vrouw ende kinderen van geen gebreck en comen te
„vergaen". Ook de schippers waren wegens wanbetaling ontevreden;
sommigen boorden hunne vaartuigen liever in den grond dan kans te
beloopen voor verdere diensten te worden geprest (2).
Buiten het gewone bruggenmateriaal stelde de Raad ook blikken
ponten ter beschikking, als zijnde van „merckelijcke utiliteyt ende
„dienst zelfs bij lichte beschadiging door kanonkogels bleven ze
drijven. De uitvinder Willem Meesters ontving tijdens het vervaar
digen van nieuwe een reisgeld van 4 daags, terwijl zijn jaartraktement
met 600 werd verhoogd; na afloop van den veldtocht ontving hij
bovendien een premie van 12.000. De 44 tot vervoer van blikken pon
ten benoodigde karren moesten binnen 6 weken tegen 100 het stuk
kant en klaar zijn afgeleverd. Toen 't zoo ver was, lieten aannemers
noch werkvolk zich met beloften paaien en verlangden betaling vóór de
aflevering, hetgeen tot heel wat verwarring aanleiding gaf (3).
Onder de vele zorgen van den Raad van State behoorde de indeeling
van predikanten bij het veldleger, zoo mede van geneeskundig personeel.
De op 2 November 1673 benoemde doctor-generaal van het leger, Dr.
Benjamin van Broeckhuysen, verwisselde op 6 December 1675 die
(1) Res. S.G. 15 Februari, 1 Maart, 6 April, 9, 13, 17 Augustus, 21 November, Seer. Res.
S.G. 17 Mei, 25,27 Juli, 10 Augustus 1675.
(2) Res. R. v. St. 23 Januari, 11, 14, 18, 26 Februari, 1 Maart, 5, 27 April, 20 December,
Res. S.G. 4, 22 Februari, 28 Maart, 24 Mei, 18 December, Seer. Res. S.G. 18 Mei 1675.
(3) Res. R. v. St. 19 Februari, 10, 15, 19 April, 28, 29 Mei, 14, 17, 23 Juni, 4, 8 Juli 1675
16 Januari 1676.