43 betrekking met het bestuur over het hospitaal te 'sHertogenbosch. De leger-chirurgijns Paulus Godefroy en Pierre le Francois kregen een schip tot vervoer van hun persoon, knechten, medicamen ten en bagage. Anthonius Leemans trad op als doctor bij den trein der artillerie, Hendrik Esselingh als hospitaalmeester. Slechts op last van leger-doctoren mochten de apothekersbedienden geneesmid delen afgeven, nimmer aan soldatenvrouwen en kinderen, die daarop geen recht hadden; tegen een loon van 25 stuivers daags moesten zij ,,de medicamenten sorchvuldighlijck naer behooren quo ad opus et „materiam prepareren." (1). Prins Johan Maurits voerde tijdens afwezigheid van Prins Willem III bij het veldleger, het bevel over de in garnizoen gebleven militie, en oefende het toezicht uit op de versterkingen van Grave, in Gelderland, Utrecht en Overijssel, met het recht in geval van noodzakelijkheid troepen te verzamelen. De „groote moetwil ende insolentie" van sol daten te Tiel, Bommel, Arnhem, Zutphen en andere plaatsen bezorg den veel last aan 's prinsen bestuur. Te Nijmegen kwam 't tusschen de burgers en de soldaten tot vechtpartijen over de inkwartiering. Ruiters van het regiment Weijbnum traden in Staats Vlaanderen op als in een veroverd gewest. Zoodra zij vernamen, dat de burgers, op last der Staten Generaal, rekeningen hadden ingediend „gesterckt met solem nele Eede" van „alle 't gene haer door de Ruyteren, aldaar ingequar- tiert, geextorqueert ende affgedwongen wert", ontzagen zij zich niet „hunne patronen met gewelt van quetsen, slaan, smijten aff te dwingen „quitantien van den tijd dat zij daer hebben gelogeert geweest, de „onwillige scherpelijck dreijgende aen hare personen ende bestialen te „beschadigen. Ook in de Meierij hadden de burgers veel te lijden. Vele soldaten deserteerden van het veldleger, sommigen met paspoort verkregen van hunne officieren, dan wel tegen 30 rijksdaalders van zekere kapiteinsvrouw. Prins Willem III gelastte den kapitein Se- bastiaan Bossier hen op te sporen en over Dordrecht gevankelijk naar het leger terug te zenden, waar zij voor den krijgsraad zouden terechtstaan; de aan den kapitein beloofde toelage van 50 per maand werd hem niet uitgekeerd: pas in 1680 kreeg hij 1000 in eens voor de moeite (2). In t laatst van Maart begaf prins Willem III zich naar Cleve om met keurvorst Frederik Willem „t'abucheren ende te confereren „over saecken van gewichte de bevorderinge vande gemeene interessen „betreffende Onmiddellijk na zijn terugkomst te 's-Gravenhage werd de Prins zwaar aangetast door de pokken. Hans Willem Bentinck, (1) Res. R. v. St. 20, 30 April, I 10, 15 Juni, 23 Juli 1675. (2) Res. S.G. 28 Februari, 28 Maart, 9 Mei, 1, 4, 18 Juni, Res. Gelderl. 25 Maart, 22 April 8 Juni' Res' R' v- st- 6 Juni> 19 Juli> Res- H. 13 Juli 1675, Res. S.G. 2 Sep tember 1678, Ros. R. v. St. 13 April 1680.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1940 | | pagina 63